Het eerste avondvullende Nederlandse balletstuk was Romeo en Julia, in 1967 gemaakt door Rudi van Dantzig. Het Nationale Ballet bracht het stuk opnieuw in première. Romeo en Julia is vooral de moeite waard voor wie van visuele overdaad en meeslepend drama houdt.

Het stuk in drie akten op muziek van Sergej Prokofjev is een bijna exacte bewerking van het plot van Shakespeare. Van Dantzigs dramaturgische keuzes zijn er vooral op gericht te tonen hoezeer het volk van Verona te lijden heeft onder de ruzies tussen de aristocratische huizen Cappoletti en Montecchi. We zien uitgebreide volksfeesten, een processie, waterdraagsters die Romeo proberen te verleiden, kleine kinderen die meedoen in het feestgedruis, en dronken zwervers. Dit alles benadrukt dat de wereld waarin het stuk zich afspeelt groter is dan de elitaire bubbel waarin de families van de twee hoofdrolspelers leven.

Wat het soms ook doet, is de aandacht afleiden van waar het om draait. De immens tragische scène waarin Romeo per ongeluk Tybalt vermoordt, wat hem op verbanning uit Verona komt te staan, wordt verstoord door het drukke heen en weer rennen van het toegestroomde volk. Terwijl het stuk al is geopend met een uitgebreid volkstafereel, wordt dat in de tweede akte nog eens dik overgedaan met de viering van een heiligendag. Omdat dit alles het plot lijkt stop te zetten, wordt het ineens storend wanneer de temps levés een keer niet spatgelijk zijn.

Waar verhaallijn en uitvoering wel geniaal samenvallen, is in het beroemde bal masqué waar Romeo met zijn vrienden vermomd naartoe gaat, en waar hij en Julia op elkaar verliefd worden. De diepe, donkere tonen van de Dance of the knights komen later in Prokofjevs compositie in verschillende varianten terug, onder andere bij de dood van beide geliefden. Dat zorgt voor zowel een prachtige dramatische lading als consistentie binnen het stuk.

Van Dantzig heeft ervoor gekozen Julia en Romeo – vertolkt door Igone de Jongh en Matthew Golding, niet alleen sterdansers maar ook sterke acteurs – neer te zetten als pubers, nog maar net de onschuld voorbij. Waar dat al duidelijk werd uit de speelse duetten tussen Julia en haar voedster, laat het bal masque helemaal zien hoe onvolwassen beide hoofdpersonen en hun generatiegenoten nog zijn. De jongens maken met hun entrelaissés en lage, scherpe benen een baldadige indruk. De meisjes zijn feeëriek met hun grand jetés op hoog tempo. Mercutio en Tybalt schitteren door Paris (Julia’s eigenlijke verloofde) af te leiden met een drankbeker wanneer Romeo de kans krijgt met Julia te dansen.

Maar ook hier is verstilling toch het mooist. Want wanneer in die maalstroom van mensen, verbeeld met prachtige kostuums en een ontelbaar aantal miniscènes van ontmoetingen en hofdansen, de twee hoofdpersonen elkaar eindelijk vinden, kan de rest van het bal je gestolen worden. De heimelijke pas de deux die De Jongh en Golding vervolgens uitvoeren bezorgt kippenvel. Leuk ook dat waar in Shakespeares tekst (”Tis but thy name that is my enemy’) het zwaartepunt van de identiteitsonthulling in de balkonscène ligt, dat in deze balletvariant juist gebeurt wanneer Romeo met dramatisch gebaar zijn masker afzet.

Romeo en Julia biedt een fijne vlucht uit de werkelijkheid. Getouwtrek tussen geliefden ziet er nu eenmaal goed uit wanneer het wordt uitgevoerd door fantastische dansers. Maar wie zoekt naar dans die iets te zeggen heeft over de wereld waarin we leven, kan beter verder zoeken.

Foto: Angela Sterling