Voor het vijftigjarig bestaan van het Scapino Ballet maakte Ed Wubbe in 1995 de avondvullende voorstelling Romeo & Julia die nu hernomen wordt. Wubbe vatte Shakespeares liefdestragedie in twaalf scènes, maar behalve het oorspronkelijke dramaturgische concept is de voorstelling grotendeels nieuw. De muziek en de dans zijn grondig herzien en er staat een volgende generatie dansers op het toneel naast oudgediende Bonny Doets en toenmalig stagiair Mischa van Leeuwen.

In zijn Romeo & Julia benadrukt choreograaf Wubbe het universele karakter van de onmogelijke liefdesgeschiedenis door met een ensemble van internationale musici te werken, net als in 1995 onder leiding van Sandap Bhattacharya (tabla, rap, percussie). Zijn voor deze gelegenheid samengestelde The Legendary Love Orchestra bestaat verder uit Aly N’Diaye Rose (djembé, bougarabou, tabar), Sebastiaan van Delft (piano), Mola Sylla (zang), Ville Hiltula (bandoneon) en de Braziliaanse singer-songwriter Ceumar (zang, gitaar). Die verschillende stijlen en invloeden zijn een grote verrijking voor deze voorstelling waarin niet Julia maar Fatima wordt bezongen.

De musici bevinden zich in de orkestbak en soms op het toneel, steeds heeft de live muziek een directe relatie met de dans. In gedachten verzonken danst Julia (Chiara Mezzadri) voorzichtig, waarbij het zachte geneurie van Ceumar haar op haar weg begeleidt. Tybalt (Mischa van Leeuwen) lijkt te worden aangedreven door de felle percussie van N’Diaye Rose op djembé en toont zijn strijdlust in flitsende gevechten.

Het bekende verhaal is door Wubbe tot de essentie teruggebracht met langzame, tedere duetten tussen Romeo (Maxime Lachaume) en Julia, de dreigende Tybalt die tussen het verliefde stel in komt en sterke groepsstukken. In het decor van hoge, kale wanden, een uit beton opgetrokken ‘urban jungle’ die overal ter wereld zou kunnen zijn, wentelen de dansers zich tegen de schuin oplopende wanden. Ze rennen omhoog en glijden af, tussendoor ingenieuze sprongen en freezes makend. Tybalt legt zijn gezag in de waagschaal en torent hoog boven het toneel uit, het schouwspel overziend als vanaf een stadsmuur.

Net als de wereldmuziek in de voorstelling is Wubbes danstaal allerminst eenduidig. Wubbe waaiert uit van dansfrasen waarin slechts een innerlijke stem lijkt te spreken en vooral veel wordt weggelaten tot grote groepsstukken waarin hij speelt met synchroniteit en herhaling door spetterende solo’s in te passen. Daardoor is de dans veelkleurig, onvoorspelbaar en spannend en dat maakt zijn Romeo & Julia vitaal en meeslepend.

(foto: Hans Gerritsen)