Het leven was Theo Nijland een aantal jaren geleden bijna letterlijk uit de vingers geglipt. De medische wetenschap behoedde hem – en daarmee ook de liefhebbers van zijn teksten en muziek – van dat verlies. In zijn nieuwe theaterconcert En de rest is onzin kijkt hij naar het heden vanuit een nabije toekomst.

Na zo’n twintig liedjes en verhalen is duidelijk dat de ouder wordende tekstschrijver en componist het leven weer met kilo’s venijn en cynisme in de bek probeert te spugen. Probéért, ja. Want Theo Nijland heeft een flinke kluif aan de moderne tijden. Waarin niets meer is zoals het lijkt en alles wat hij normaal vindt, uit zijn vingers glipt. Het is vechten tegen de bierkaai; de tekstschrijver kan zich slechts weren met woorden.

Die woorden hebben Nijland de afgelopen decennia tot een groot tekstschrijver gemaakt. Voor zichzelf en voor anderen. De teksten voor zijn eigen voorstellingen zijn vaak superieure staaltjes vrolijk dedain over de menselijke kudde. Zijn publiek behoort volgens hemzelf tot ‘het intelligentere deel der natie en past juist daarom dus meestal in de kleine zalen van een theater’.

In En de rest is onzin zou je het bijna met Theo te doen krijgen. Een beetje maar, want wat hij allemaal over ons uitstort en belachelijk, dom, stompzinnig en treurig vindt, is natuurlijk soep die niet zo heet gegeten wordt als hij ze opdient. Maar dat hij zich niet zo erg senang meer voelt in deze wereld is duidelijk. Behalve dan als hij het over de liefde heeft, zoals in het fraaie ‘En toen kwam jij’.

Al vanaf het begin zet hij de toon, met het lied ‘Toen ik nog niet beveiligd werd’ waarin hij uiteenzet hoe een mening of een grap tegenwoordig ertoe kan leiden dat je niet meer zonder beveiliging naar het Kruidvat kunt om inlegzooltjes te kopen. ‘De humor is totaal verdwenen, iedereen is maf’.

En ook: iedereen loopt achter elkaar aan, aapt elkaar na, de originaliteit is zoek, cabaret wordt om zeep geholpen door cabaretiers die niks te melden hebben en evengoed de Ziggo Dome uitverkopen en de stiltes zijn verdwenen, omdat we op social media elkaar met de rest van de wereld delen en we de hele dag aanstaan.

Niet alles behoort tot het meest originele wat Theo ooit heeft gemaakt. Gezeur over cabaretiers en facebook maakt hem anno 2019 een beetje een ‘grumpy old man’, zoals de licht verbitterde medemens in Amerika wel wordt genoemd.

Hij maakt het ruimschoots goed met een lied als ‘Een nieuwe oorlog’: ‘een nieuwe oorlog graag, de mens is wederom met veel te veel, te dik, te dom, sleept zich maar voort, daar mag wel weer wat in gesneden. Zo af en toe een dikke punt achter het verleden.’ En hoe verder het gaat, hoe bijtender het gif van dat slotlied. Zogenaamd geschreven in opdracht van ‘een partij’, die het bij nader inzien afkeurde.

Nijlands liedjes en verhalen vechten stuk voor stuk om de prijs van ‘meest cynische’, ‘meest romantische’, of ‘zwierigste veeg uit de pan’ van de avond. En zijn steeds goed voor een brede grijns en bewondering voor het ambacht van de tekstschrijver. En diens pianospel, niet te vergeten.

Foto: Ben van Duin