Met hun zwarte coltrui en bruine retrobroek lijken ze op studieuze Franse existentialisten – een boek van Sartre in de hand ontbreekt nog. Maar de slijtplekken op knieën en zitvlak verraden dat dit viertal veel fysieker te werk gaat. Ze grijpen elkaar bij de schouders, ellebogen, nek en enkels. Ze stuiteren als tolletjes op hun rug over de vloer. Ze kruipen onder, over en achter elkaars ledematen. En ze wijzen met hun benen in stijlvolle formaties de lucht in, onderwijl op één hand hoppend over de cirkelvloer.

In hun nieuwste voorstelling And the rest is noise laten de mannen achter Fractal Collective zien, dat ze ook in cirkelvormige opstelling de onderliggende spanning krachtig weten uit te bouwen; nooit verliezen ze elkaar of het rondom zittend publiek uit het oog. Boven hun hoofd verschiet op een projectiescherm ‘de lucht’ continu van kleur. Soms is er een nevelige ruis te zien; meestal projecties van ter plekke gecreëerde gemarmerde kunstwerkjes met water- en vetafstotende stoffen.

De Japanse kunstenaar Daijiro Hama mixt, gezeten aan de zijkant, met spuitflesjes, camera en lichtbak een wonderlijk vervormend chemisch landschap. Deze kleurige moerasdelta vol schuimkragen werpt een mooi artificieel schijnsel over het dansende viertal en hun airflares, freezes, headspins en windmills.

Fractal Collective timmert stevig aan de weg met een mix van dans, muziek en film. Zino Schat, Conni Trommlitz en Robert Villedieu vormen een opvallend nieuwe stem in het urbane landschap van hiphop en breakdance. In de voorstelling From the streets to the seats (2019, inclusief autobiografische documentaire) maken ze duidelijk hoe ze hun weg zien van asfalt richting pluche. Waar de straat om spektakel en entertainment vraagt en impulsieve reacties op gekke situaties – het zogeheten hitting – steunt een theateroptreden meer op een langere, subtiel opgebouwde spanningsboog die avond aan avond herhaald moet kunnen worden. De grootste gemene deler bij Fractal Collective vormt het broederschap: de dansers zijn perfect op elkaar ingespeeld.

Voor And the rest is noise krijgen ze versterking van Justin de Jager, specialist in het zogeheten threading: het rijgen van lichamen, kruip-door-sluip-door, in met ledematen gecreëerde ‘lussen’. Zijn invloed is merkbaar in de choreografie, met een voet op andermans hak, een hoofd in de nek of een hand op een kuitbeen maken ze een ketting van cirkelvormige gaten, waar ze elkaar doorheen ’breien’. Grappig om de coltruien zo aaneen te zien smelten en weer uit elkaar gevlochten te zien worden.

Wat wel nog sterker kan is de soundscape. Hoewel Zino Schat als gitaardocent een sterke muzikale achtergrond heeft – onlangs tekende hij nog voor de choreografie van de veel geroemde, nieuwe opera Ritratto van Willem Jeths – blijft zijn muziekscore, gemaakt met sounddesigner Mike de Graeve (Little Ambient Machine) dit keer nog wat vlak. Een mix van machinale geluiden en elektronische ruis ontwikkelt zich gestaag richting meer melodische muziek, zoals een gitaarsolo. Maar waar de gruizige klanken te vrijblijvend voelen, wordt bij de gitaarsolo weer net te veel op de tel gedanst. Juist de intense interactie tussen de vier dansers en de kleurmengsels van de vloeistofprojecties vragen ook op muziekgebied om uitdagend tegenspel. Maar ondertussen vormt And the rest is noise wel alvast een beloftevolle stap richting het vierjarig makerstraject van Fractal Collective bij het Haagse danshuis Korzo.

Foto: Kim Doeleman