Regisseur, programmamaker en producent John van de Rest is 6 april op 82-jarige leeftijd overleden. Als regisseur bij onder meer het Mickery Theater, Toneelgroep Theater en Nieuw Rotterdams Toneel introduceerde hij een belangrijk aantal nieuwe toneelschrijvers in Nederland.

Zijn leraar Nederlands op het Gymnasium in Nijmegen brengt John van de Rest (1940) de liefde voor theater bij. Hij gaat naar de Arnhemse Toneelschool (1958-1961) en volgt daarna de NTS-regiecursus Santbergen (1962) in Hilversum. Daarna debuteert hij al snel als regisseur bij de VARA, met de jeugdserie Pipo de Clownn, en wordt er producer van de afdeling drama. Van de Rest wil echter toneelregisseur worden en verlaat al na enkele jaren de omroep.

In 1965 is hij een van de oprichters van Mickery, het legendarische theater in de omgebouwde boerderij van Ritsaert ten Cate te Loenersloot. Samen met Ten Cate en decorontwerper Frank Raven wil hij er een nieuwe impuls aan het Nederlandse toneel geven, onder meer door het programmeren van veel buitenlandse voorstellingen en het introduceren van nieuwe schrijvers.

Van de Rest regisseert bij Mickery de veelbesproken voorstellingen Als er geen zwarten bestonden, moesten ze worden uitgevonden van Johnny Speight en De Meiden van Jean Genet. Dat laatste stuk wordt voor het eerst in Nederland gespeeld door uitsluitend mannen. Zoals Genet het wilde, dat vertelde althans een hardnekkige mythe die door Jean-Paul Sartre de wereld in zou zijn gebracht.

In 1967 stapt Van de Rest over naar Toneelgroep Theater in Arnhem waar hij stukken van Peter Handke, José Triana, Paul Ableman en Samuel Beckett opvoert. Uitstapje in die tijd is de regie van de Nederlandse musical De Stunt, een project van Cabaret Lurelei met auteur Guus Vleugel en acteurs Jasperina de Jong, Willem Nijholt en Aart Staartjes.

In 1969 volgt Van de Rest Robert de Vries op als artistiek directeur van het Nieuw Rotterdams Toneel. Hier regisseert hij teksten van John Osborne, John Whiting, Peter Barnes, Bertolt Brecht en Friedrich Dürrenmatt.

Na drie jaar verlaat hij Rotterdam en legt zich opnieuw vooral toe op televisieregies, in Nederland en later Duitsland. Het theater laat hem echter nooit helemaal los en hij blijft regisseren, bij onder meer Het Amsterdams Toneel, Zuidelijk Toneel Globe en Joop van den Ende Theaterproducties. In 1985 richt hij zijn eigen theaterbureau op onder de naam John van de Rest (Theater)produkties, waarmee hij zeker veertien theaterproducties uitbrengt.

In zijn films en voorstellingen werkt Van de Rest vaak samen met Johnny Kraaijkamp sr. – de enige acteur die volgens hem én de intellectueel én het volk aanspreekt – en met zijn vrouw Josine van Dalsum. Voor haar schrijft hij onder meer de serie Mata Hari (KRO), die in Duitsland vier maal herhaald wordt. Bovendien speelt zij in zijn regie de stukken Rouw past Electra (Eugene O’Neill) en Jeanne d’Arc (George Bernard Shaw). Van het laatste stuk maakte Van de Rest een 3,5 uur durende tv-bewerking, die op Goede Vrijdag 1978 werd uitgezonden bij de KRO.

Van Dalsum overlijdt op 17 november 2009 na een jarenlange strijd tegen kanker. Over die strijd schrijft Haye van der Heyden in 2005 speciaal voor haar het stuk Leef-Tijd, dat Van Dalsum met zoon Aram speelt in regie van Van de Rest. In 2008 regisseert hij haar nog een laatste keer, in de voorstelling Vleugellam van Arthur Kopit over afasie.

Van de Rest overleed deze week in zijn woonplaats Laren.

Foto: Eddy de Jongh/ANP