Een fantastische band die alles kan, gecombineerd met de chaotische planning van Brigitte Kaandorp. Het moet haast wel een feest zijn om met haar op het podium te staan. Ze lapt alle popconcertregels aan haar laars, vertrouwt volledig op de kwaliteit van haar band en trekt als het uitkomt een bezoeker het podium op, of ruilt van plekje met een dame uit het achtergrondkoor. Elke avond kan waarschijnlijk compleet anders uitvallen dan de vorige.

Het openluchttheater in Valkenburg is misschien wel het mooiste van Nederland. De backstage is uitgehouwen uit de rotsen, de naastgelegen bar ligt op een natuurlijk terras. En dan ook nog gelegen in het uiterste puntje van Limburg, waar Brigitte Kaandorp fijn los kan gaan op de onverstaanbare accenten, de aanwezige Belgen en Duitsers en de vreselijk lange weg naar huis. Lekker onaangepast checkt ze bij de Vlamingen of de Vlaamse mop een beetje klopte. De Limburgse vrijwilligers van het theater nodigt ze tot drie keer toe uit om vooraan te komen zitten, en uiteindelijk neemt ze maar aan dat ze haar niet verstaan.

Wereldtournee is een liedjesprogramma dat bestaat uit een enigszins afgebakende eerste helft, en na de pauze uit verzoeknummers tot het te koud wordt. Een ogenschijnlijk eenvoudig concept, dat onder leiding van Kaandorp volledig in het honderd lijkt te lopen. Het past uitstekend bij haar terloopse manier van doen. En geeft een goede reden om een chaotische hoeveelheid witte blaadjes op een muziekstandaard te zetten, waar ze panisch doorheen kan bladeren.

Ze heeft een paar internationale wereldhits vertaald, met wisselend resultaat. Een zeer tragikomische vertaling van ‘I Will Survive’ legt de lat direct hoog, maar de opvolgende nummers hebben veel weg van sinterklaasrijmpjes. Allemaal net zo knullig als we het van haar gewend zijn, met ontwapenend zelfbewustzijn over het voetlicht gebracht. En in prachtig contrast met de professionele, serieuze kwaliteit van haar wereldband, onder leiding van Bernd van den Bos.

Kaandorp is absoluut een topentertainer. Herstellende van de griep, net niet zo goed bij stem en verstand als ze waarschijnlijk zou willen, en toch zo’n tweeënhalf uur lang puur plezier op het podium. Dat wordt een mooie zomer. Met mogelijk nog een vrolijk staartje volgend jaar, als iedereen met carnaval de nieuwe kraker meezingt: ‘Job, wat hebbie een rooie kop (heb je in de zon gelegen?)’

Foto: Mark Engelen