Paul de Leeuw is vooral bekend als televisiepresentator, waarbij hij de laatste jaren, in het populaire programma De Kwis, eerder de aangever dan de smaakmaker was. Maar met enige regelmaat duikt hij ook het theater in. Daar treft, meer nog dan op televisie, zijn vermogen om met een zaal te improviseren en scherp te reageren op alles wat er om hem heen gebeurt. Desondanks weet zijn nieuwe show Vette pech! niet echt te pakken.

Aan zijn energie ligt het niet. Die is als vanouds imponerend. Hij beent voortdurend heen en weer op het podium en verliest zich zonder gêne in de chachacha die hij in zijn jeugd altijd danste. Ook zijn andere troef, het zingen van mooie, ontroerende liedjes, speelt hij in Vette pech! een aantal keer met succes uit. Onder strakke pianobegeleiding van Bernd van den Bos brengt hij onder meer een sterk lied over een eenzame drinker die zijn angsten onder ogen ziet. Ook geeft hij een mooie vertolking van een nummer van Bertolt Brecht, ‘Mijn zoon’, in de vertaling van Jaap van de Merwe.

De conferences van De Leeuw zijn helaas een stuk minder overtuigend. Ze blijven vaak hangen in flauwe grappen over seks of het afzeiken van televisieprogramma’s, wat inmiddels toch wel een erg uitgekauwd thema is. Het stoort daarbij dat de lach regelmatig gezocht wordt in het uitvergroten van stereotypen, zoals het onverstaanbare gebrabbel van de Filipijnse helft van een homostel of het zware Overijsselse accent van de bezoekers van een crematie in Zwolle.

De Leeuw springt in zijn show ook nogal van de hak op de tak. Zijn hoge energie lijkt soms met hem op de loop te gaan, waardoor hij al aan een nieuw onderwerp begint nog voor het vorige onderwerp goed en wel is afgerond. Regelmatig lijkt hij de zaal een boodschap mee te willen geven, maar die boodschappen beklijven op deze manier niet. Vette pech! bevat interessante lijntjes over ouder worden, opgroeiende kinderen, omgaan met tegenslag en het belang van homo-emancipatie, maar geen van die lijntjes wordt echt goed uitgewerkt.

Wat je dan overhoudt is een ongedwongen potpourri van banale grappen, persoonlijke observaties en gevoelige liedjes, die het vooral moet hebben van de grote inzet en volledige toewijding waarmee De Leeuw nog altijd op het podium staat. Die inzet en toewijding wekken bewondering, maar toch had je meer gehoopt van deze rasartiest.

Foto: Amy van Leiden