‘Het is nooit af en er is altijd wat’, zingt Brigitte Kaandorp in het openingslied van Eh… Het zinnetje zou zomaar eens haar lijfspreuk kunnen zijn. Het is het vaste uitgangspunt bij al haar verhalen, voorstellingen en eigenlijk haar hele leven. Je bent nog niet begonnen of het loopt al weer anders dan verwacht. Maar daar houden de overeenkomsten tussen vorige voorstellingen en Eh… wel op.

Haar hele outfit is rood, gecompleteerd met wat gefrunnik aan het kraagje van haar bloes en glinsterende juwelen. Er is geen decor, alleen een verrassingsdoos van AliExpress. Het geheel is een stuk soberder dan de verkleedpartijen en decorstukken uit haar laatste paar shows. Ook de thematiek bevat geen onnodige complicaties.

Het leven zit vol onverwachte plotwendingen, is het uitgangspunt. Zo blijk je ineens twintig jaar ouder dan gisteren. En was je net een beetje gewend aan het stoppen met zorgen voor de kinderen, komen de zorgen voor je ouders ervoor in de plaats. Of word je ineens uitgenodigd voor een staatsbanket bij Koning Willem-Alexander in het Paleis op de Dam.

Kaandorps kracht is de natuurlijke wijze waarop ze binnen een paar minuten een band opbouwt met de zaal. Ze maakt het gezellig, reageert ad rem op gepraat op de eerste rij, of vat snel het voorgaande samen voor iemand die even uit de voorstelling is weggelopen voor een plaspauze. In ‘s-Hertogenbosch maakt ze opmerkingen over de tien jaar lopende raadsvergadering voor een nieuw theatergebouw, en natuurlijk over carnavalsmuziek.

Merkwaardig is wel dat ze in haar eerste twintig minuten vrij veel oud materiaal herhaalt. Er is de ‘ik heb altijd nichten op de eerste rij’-check, uitgebreid met ‘welk woord moet ik gebruiken? Oh, nicht mag’ , en er volgen klachten over de aftakeling van de vrouw. De mededeling dat je haar niet meer kunt terugbrengen naar de winkel, deed ze twintig jaar geleden ook al. Het laat zeker zien dat dat gevoel klaarblijkelijk twintig jaar lang actueel blijft, maar daarvoor had ze ook nieuw materiaal kunnen verzinnen.

In Eh… geeft Kaandorp onbevreesd ruimte voor de aangrijpende plotwendingen die zo tekenend zijn voor het leven. Van elke tragische situatie kan ze een komische maken, maar ook andersom. En dat is een vak apart. Een catastrofale excursie met kreupele oudjes naar het tuincentrum verandert in één klap van sfeer als ze zich samen afvragen of dit de laatste keer was dat ze op stap zijn geweest. Die verdrietige spanning lost ze niet op met een grapje, maar versterkt ze met een breekbaar liedje over de verdwenen koeien in Haarlem.

Met veel actueel bewustzijn pakt ze de feministische beweging aan met een lekker ouderwets gevoel voor romantiek en subtiele parallellen. Mensen zijn genderfluid tegenwoordig, maar zijzelf had toch nog ‘net op tijd’ een echte man te pakken. Zo eentje die je de boorklusjes laat doen en die je meeneemt naar een staatsbanket om je overeind te houden op je hakschoenen. ‘Nu het nog mag’, zegt ze er wel bij, want evengoed heeft ze door dat inmiddels alleen vrouwen nog mogen zeggen dat vrouwen geen ruimtelijk inzicht hebben.

Pianist Bernd van den Bos begeleidt een paar prachtige liedjes op de piano en verdwijnt stilletjes als hij niet meer nodig is. In de regie van Wimie Wilhelm zijn alle tierlantijntjes eraf. Wat overblijft is een intiem, oprecht programma met veel liefde en aandacht. Na jaren van steeds grotere decors en kostuums blijkt Kaandorp ook prima zonder te kunnen.

Foto:  Mark Engelen