‘Vandaag word ik een vechter’, besluit Eddy Bellegueule, elke dag opnieuw, als de jongens op school hem in zijn gezicht spugen, zijn oudere broer hem in elkaar wil slaan, zijn vader hem teleurgesteld aankijkt, zijn moeder hem waarschuwt dat ze hem achter zijn rug om bespotten, ze hem een grietje noemen, met zijn hoge stem, zijn vreemde loopje, zijn armgebaren. Waarom is hij niet gewoon net als alle andere jongens in het dorp: een vechter?

Voor haar nieuwste regie bij Toneelschuur Producties bewerkte Eline Arbo de gelijknamige, autobiografische roman van Édouard Louis. Daarin beschrijft hij zijn jeugd in een arbeidersmilieu in een klein Noord-Frans dorp, waar mannen op hun vijftiende stoppen met school om allemaal in dezelfde fabriek te gaan werken, en vrouwen het huishouden doen. Een milieu van armoede, drank en geweld, dat weinig ruimte laat voor een opgroeiende jongen die ontdekt dat hij homoseksueel is – en dat dus krampachtig en tevergeefs ontkent.

Arbo koos voor een zeer gestileerde enscenering. Onder een benauwend decor van plastic zeil – geen uitzicht, geen buitenwereld en vooral: geen lucht – spelen Victor IJdens, Jesse Mensah, Felix Schellekens en Romijn Scholten afwisselend Eddy en de personages om hem heen. Uitgespeelde scènes worden afgewisseld met anekdotische monologen, dansjes en fragmenten uit jaren ’90-hitjes.

Door de nadruk op die vorm toont Arbo precies wat de stelselmatige uitsluiting van Eddy is: een systeem, structuur, vorm. In het dorp hoor je niet anders te zijn, en ben je dat toch, dan word je met de consequenties geconfronteerd. Punt, daar wordt niet over nagedacht.

Tegelijkertijd waakt Arbo voor een oppervlakkig en misschien voor de hand liggend wij-zij-denken. Door alle acteurs alle personages te laten spelen, laat ze zien: we zijn allemaal Eddy Bellegueule, maar we zijn ook allemaal de mensen om hem heen, die hem bespotten, verstoten of dat laten gebeuren.

Een van de grootste kwaliteiten van deze voorstelling is dat de mensen om Eddy heen niet worden vormgegeven als kwaadaardige nietsnutten: Eddy’s ouders houden oprecht van hun kind, langzaam dringt het onvoorstelbaar schrijnende besef zich op dat hun gedrag voortkomt uit de pijn die de liefde voor hun zoon hen doet wanneer ze naar hem kijken.

Arbo laat zien dat deze personages geen karikaturen zijn: ze zijn niet oppervlakkig, maar vechten juist met hun oppervlakkigheid. Ze worstelen zichtbaar met hun beperkte denkkaders, maar het lukt ze niet daar uit te breken. Dat levert een interessante meerlagigheid op.

Weg met Eddy Bellegueule wordt met veel energie en compassie gespeeld door deze jonge acteurs. De dramaturgie vraagt een hoop van hen: ze moeten voortdurend schakelen in sfeer en personages, en binnen de scènes spelen ze steeds vol op de emotie: zo maken ze woede, verdriet en onderdrukte pijn invoelbaar, net als voorzichtige glimpjes van hoop, geluk en ontluikende opwinding. Arbo schetst de contouren van haar engagement, maar zoekt daarbinnen altijd naar de menselijke maat, de emotie. Ze doet daarmee een beroep op verstand en gevoel, en op de beste momenten van de voorstelling zijn die twee moeilijk te verenigen.

Uiteindelijk vindt Eddy een ontsnapping in het toneel: hij wordt toegelaten op een kunstzinnige school in Amiens. Het decor van Juul Dekker, de bubbel die gedurende de voorstelling steeds verstikkender werd, breekt dan open, er is een horizon, een verte, en de uitgestrekte Noord-Franse akkers zijn niet langer troosteloos, maar bieden opeens alle ruimte voor perspectieven. Eddy is er dan nog lang niet, voelt zich nog steeds een buitenstaander, maar hij ontspant, langzaam, en dat is een begin.

Weg met Eddy Bellegueule toont op prachtige wijze de verstikking van een milieu dat elke vorm van anders zijn veroordeelt, een systeem dat volledig vanuit onmacht ontsproten is. Binnen die harde kaders zoeken de makers voortdurend naar hun mededogen, de worsteling van de personages, de liefde. Door het integere, onverwacht breekbare spel van deze jonge acteurs is er ook lichtheid in alle zwaarte, waardoor de voorstelling eens te meer naar je strot grijpt. Weg met Eddy Bellegueule is een hoogtepunt van dit theaterseizoen en vooralsnog het beste werk dat Eline Arbo bij de Toneelschuur heeft gemaakt.

Foto: Sanne Peper