Een goede film kan een vreemde musical worden. Toen Women on the Verge of a Nervous Breakdown in 2010 in première ging, leek alles mee te zitten: een musicalversie van Pedro Almodóvars culthit, met een sterrencast en David Yazbek als componist.  Het werd een chaotisch geheel dat overeind werd gehouden door sterke actrices. De Nederlandse versie, Vrouwen op de rand van een zenuwinzinking, is niet veel anders. Het verhaal vliegt alle kanten op, maar Willemijn Verkaik en Lone van Roosendaal zorgen voor een aantal mooie momenten.

 Vrouwen op de rand van een zenuwinzinking volgt trouw de plot van Almodóvars originele film, Mujeres al borde de un ataque de nervios (1988).  We volgen vijf vrouwen die ieder te maken hebben met foute mannen. Stemactrice Pepa (Willemijn Verkaik) is verlaten door rokkenjager Ivan (Edwin Jonker) en wacht tevergeefs op een teken van leven. Als er eindelijk berichten op de voicemail verschijnen, zijn die van haar beste vriendin Candela (Cystine Carreon). Malik, de man waar ze een wilde avond mee heeft beleefd, blijkt een  Sjiitische terrorist te zijn. Ivans ex-vrouw Lucia (Lone van Roosendaal) heeft in een psychiatrische instelling gezeten en is nu vastberaden om haar ex voor de rechter te slepen. Haar advocate Paulina (Eva Poppink) is echter de nieuwe vlam van Ivan. Aanstaande schoondochter Marisa (Desi van Doeveren) probeert ondertussen haar zoon Carlos (Guido Spek) uit haar greep te wringen.

‘Madrid is de mama’, zingt Dick Cohen bij aanvang, al leren we niet waarom Madrid zo belangrijk is. Waar de stad in de film een Technicolor koortsdroom is, zien we in de musical vijf grijze eilanden, waar de vrouwen vastzitten zitten in hun eigen fixatie: het achternajagen van Ivan, het winnen van Carlos, het ontvluchten van Malik en de politie. De gekte en de humor zitten niet meer in de omgeving, maar rusten op de schouders van nogal eendimensionale personages. Dat is even leuk, maar niet genoeg om een eerste akte mee te vullen. Veel gelaagdheid krijgen we niet van schrijver Jeffrey Lane, die van verhaallijn naar verhaallijn hopt zonder Almodóvars personages verder uit te diepen.

Na de pauze gaat de musical in de tweede versnelling. De eilandjes zijn bij elkaar gekomen, de meeste personages bevinden zich in Pepa’s huiskamer, en verschillende lijntjes lopen snel door elkaar heen. Pepa moet Carmela redden van de politie, probeert een romantisch reisje van Ivan en Paulina te dwarsbomen en ontdekt in de tussentijd de snode plannen van Malik. En ze is zwanger. Dat wisten we al, maar nu krijgt het een andere betekenis. Waar Pepa in de eerste helft bijna uitsluitend over een toekomst met Ivan zong, zingt ze in ‘Moederdag’ over een toekomst met haar kind. De man die ze zo fanatiek achternazat, wordt eindelijk buitenspel gezet.

Ook Lone van Roosendaal krijgt zo’n welkome muzikale afwisseling als Lucia. In het lied ‘Onzichtbaar’ zingt Lucia over hoe zij als vrouw van middelbare leeftijd niet meer gehoord en gezien wordt en hoe zij nu haar eigen plek opeist. Haar ontwikkeling gaat niet over Ivan, zoals we aanvankelijk moeten geloven, maar over waardigheid.

Zo krijgen Pepa en Lucia een autonomie die bij andere personages ontbreekt. Dat beide rollen in capabele handen zijn, kan ook geen kwaad. Willemijn Verkaik en Lone van Roosendaal weten prima raad met het Latijns-Amerikaanse temperament dat David Yazbek in zijn solo’s heeft verwerkt. Liedjes als ‘Onzichtbaar’, ‘Eiland’ of ‘Moederdag’ zorgen bovendien voor zeldzame momenten van ontroering. Alhoewel het plot dikwijls op het randje van een inzinking zit, tillen deze vrouwen de musical naar een hoger plan.

Foto: Neeltje Knaap