Je moet ’s avonds eens in je tuin gaan staan en bij jezelf naar binnen kijken. Dan kun je aangenaam worden verrast. ‘Dan zie je wat een leuk leven je eigenlijk hebt’, zegt Sara Kroos in haar nieuwste theatershow Verte. Zij is kennelijk, na die blik door het raam, geïnspireerd en blijmoedig achter haar schrijftafel gaan zitten. En dat heeft een heerlijk programma opgeleverd. Vol humor en zelfspot, puike muziek en scherpe randjes.

Sara Kroos is weer geland, mag na afloop de conclusie zijn. Twintig jaar zagen we een meid en later een vrouw die haar shit onder ogen moest zien en haar depressies te lijf moest gaan. Ze schroomde niet om die op het podium, haar tweede habitat, met een grote bek en een overdosis talent uit te serveren. Met als ‘klapstuk’ haar vorige programma Zonder Verdoving, waarin ze ongegeneerd eerlijk en met harde grappen haar diepste depressie beschreef, uitmondend in een opname in een kliniek.

Ongegeneerd eerlijk en harde grappen, dat is wat Sara Kroos tekent. Het leven is best wel kut, daar kun je zelf vaak niks aan doen, maar met haar enorme talent kan ze het tot theaterprogramma’s maken vol licht en ruimte. ‘Je wordt wel wie je wilt worden, maar je blijft ook wie je was’, zegt ze in Verte. Beide neemt ze de maat en om beide laat ze je lachen. Haar hele badkamer staat vol met zeepjes en schuim en luchtjes, voor ‘moments of relaxation in the elements of water’ of voor een bad dat een ‘little sanctuary of tranquility’ zou moeten worden. Maar als je uit de polder komt en je billen met groene zeep werden gewassen, blijft die lucht om je heen hangen.

Het ‘strafbankje’ bij de douane op Schiphol, waarop ze als homoseksueel terecht komt, samen met een moslima en een jood, wordt volgens de douanejongens geheel toevallig – algotitmes! – bezet door ‘minderheden’. Ze heeft de neiging zichzelf altijd op zo’n strafbankje te zetten. Als lesbienne, als vrouw met psychische onvolkomenheden, als partner op fietsvakantie met haar vrouw, als moeder.

Misschien stond Kroos wel nooit zo ontspannen, zelfverzekerd en vrij op haar podium als in Verte, haar tiende programma, strak geregisseerd door Jessica Borst. Vol dynamiek en voortdurend geestig verhalend banjert ze over het toneel. Bijgestaan door haar muzikanten Rutger Hoorn en Nathaniël van Veenen brengt ze een paar stevige en mooi liedjes. Bijna achteloos en zonder zichtbare moeite neemt ze een hele zaal – grote zaal dus – met een zeer gemêleerd publiek bij de hand.

Ja, het verleden is er nog, er loert altijd weer dat gevaar, maar er is ook een heden en een toekomst. Haar nu zestienjarige dochter – ‘niet zelf gebaard, ik ben niet gek’ – symboliseert voor haar de hoop op de vrijheid en de eerlijkheid die de wereld nodig heeft.

Foto: Danielle Meyer