In de eerste tien minuten van Spot, zijn nieuwe cabaretsolo, laat Pieter Derks alle grote thema’s voorbijkomen die ons hinderen, verontrusten of beangstigen, verwarren en verbazen. Hij weeft ze vaardig en herkenbaar in verhalen uit zijn eigen leven, zijn straat en zijn stad; waarin de laatste jaren het een en ander drastisch is veranderd, niets meer vanzelfsprekend is, niets is wat het lijkt en waarin vaak niet wordt gezegd wat wordt bedoeld.

Pieter Derks leeft in een tijd waarin een verzekeringsmaatschappij voor hoger opgeleiden illustreert hoe ‘de elite’ goed voor zichzelf zorgt en schijt heeft aan solidariteit. Een tijd waarin hij zijn tweede kind Moos heeft genoemd, maar schroomt dat in zijn Nijmeegse snackbar aan de Turkse uitbater te vertellen, omdat een dergelijke ‘Joodse’ naam misschien gevoelig ligt bij een moslim.

Na die eerste tien minuten zijn er vele vragen gesteld en vele vileine grapjes gemaakt. Over nepnieuws, megalomane stadsbesturen, de Russen, hackers, Trump, de zorg in Nederland, terrorisme, etnisch profileren en wie er controleert of een leven ook echt voltooid is, alvorens je er een einde aan kunt maken. Dat is dus de toon van Derks, tegenwoordig verantwoordelijk vader, die in die hoedanigheid toch weer anders in de wereld staat dan voorheen.

Derks heeft zich ontwikkeld tot een scherp cabaretier. Iemand die wat te zeggen heeft, zowel in gesproken als in gezongen woorden. Een ‘klassiek’ cabaretier die met een gekantelde blik naar allerlei misstanden kijkt. Daar zitten altijd positieve kanten aan, je moet ze alleen even zien. Met de grap die volgt, wrijft hij een kilootje extra zout in de wonden.

Zijn activiteiten voor tv en radio, als weekafsluiter van De Wereld Draait Door en columnist van Radio 1, hebben hem de afgelopen jaren onmiskenbaar goed gedaan. Plus de begeleiding van Jessica Borst. Het tempo in Spot is hoog, zijn houding is zelfverzekerd en in zijn tirades en felheid zie je in Derks soms een jonge versie van Lebbis. Zijn woede over een Van der Valk Hotel dat het panorama op Nijmegen vanaf de Waalbrug voorgoed om zeep heeft geholpen, is daar een voorbeeld van.

In Spot komt zoveel voorbij en in zo’n hoog tempo, dat je als toehoorder behoefte krijgt aan wat meer rustpunten. Het is daarom jammer dat hij maar twee keer ruimte maakt voor een lied, achter de vleugel. Dubbel jammer omdat hij een uitstekend liedschrijver en pianist is. Die in een lief slaapliedje zijn pasgeboren zoon nog in de waan wil laten dat de wereld waarin hij terecht is gekomen een vrolijke speeltuin is. En daarom zingt papa Derks: ‘Dit zijn de verhaaltjes, die ik jou het liefst vertel, want sprookjes die vertellen alle anderen je wel.’

Foto: Bob Bronshoff