Na een wat obligaat openingslied (‘Het is goed je weer te zien’) schiet Sjaak Bral als een stand-upcomedian on speed een kwartier lang grappen over het afgelopen jaar de zaal in. Sommige plat en geestig, de meeste heel slim en geestig. Dan neemt hij even wat gas terug met een lied, en hup dan zet hij de grappenmachine weer aan. Als het om het aantal geslaagde oneliners gaat, kan geen enkele jaarsluiter Bral meer inhalen.

De Haagse humorist is de laatste twee maanden van het jaar een vaste verschijning in de theaters in een brede cirkel rond Den Haag, met een enkele geografische uitschieter. Dat doet hij dit jaar al voor de 26ste keer, met een traditionele slotweek in het Haagse Theater Diligentia. De inwoners in de regio Den Haag, die Bral niet in het theater hebben gezien, krijgen via Omroep West nog de kans om toch nog te genieten van de jaarlijkse Vaarwel-conference. Het is eigenlijk idioot dat geen enkele landelijke zender Sjaak Bral tot nu toe heeft binnengehaald. Geen idee of dat nou blindheid of arrogantie tegenover een zogenaamd volkse komiek is.

Al jarenlang bewijst Sjaak Bral dat hij de Wim Kan-methode naar de moderne tijd heeft gebracht, zonder kwaliteit in te leveren. Net pak, strikje, wat liedjes, flesje gekoelde alcoholische drank erbij en zoveel mogelijk politici en personen die zichzelf onbeschaamd naar voren hebben geduwd scheren en knippen. En niet met losse flodders. Onder elke aanval ligt een aantal steekhoudende argumenten, verpakt in humor. Voor de vluchtige toehoorder is er weinig hoogdravends aan Sjaak Bral, maar wat hij te vertellen heeft gaat over het algemeen veel verder dan ordinaire speldenprikken.

Het grote verschil met zijn illustere voorganger zit in de snelheid. Bral is vier maal zo snel als Kan, maar ook drie maal zo snel als Claudia de Breij en hij wint zelfs met neuslengte van Dolf Jansen. Zijn taalgebruik is niet echt Kanniaans, maar sluit meer aan bij de straat. Of misschien nog beter bij het Haagse koffiehuis.

Zo bedient hij de republikeinen onder ons met een schitterend fel betoog over Oranje, dat begint met de machtssluwe Willem III in het Rampjaar 1672 (het jaar van complotdenkers, nepnieuws en het bedreigen en vermoorden van bestuurders) en eindigt met het financiële gesjacher van Willem Alexander over het kroondomein Het Loo en de jachtacte van Amalia.

Soms slaat hij een onverwachte weg in. Als hij na de pauze op de grote trom slaat en aan het lied De boer is de koning van het land begint, dan verwacht je een paar flinke uithalen naar de agressieve boeren, maar het zijn vooral de banken en de zuivelindustrie die de klappen krijgen. Zij hebben de boeren tot onverantwoord krediet en uitbreiding van hun bedrijf verleid.

Als Bral Nederland heeft afgehandeld, komen ook nog Poetin (in een indrukwekkend psychologisch verhaal) en de VS aan bod. Wat dat laatste land betreft heeft Bral een heel verfrissend idee om de wapenverkoop van particulieren stevig aan te pakken. Kansloos, maar heel goed bedacht.

En telkens trapt hij weer even op de rem met een fijn liedje, waarvan een met een mooie vorm-ode aan Drs. P. Vijf verschillende gitaren voor vijf verschillende liedjes is misschien wat mal, maar we gunnen Bral deze gitaartentoonstelling van harte. Hij heeft ten slotte het jaar op een schitterende manier vaarwel gezegd.

Tv-uitzending via Omroep West vanaf 31 december 19.00 uur, daarna herhaling t/m 19.00 uur op 1 januari. Online te zien vanaf 31 december via de website van de omroep en daar te bekijken tot 31 januari.

Foto: Martijn Beekman