Een soort Soldaat van Oranje, maar dan op de Veluwe. Met actrice en zangeres Julika Marijn naast Pierre Bokma en Danny de Munk in een van de hoofdrollen van een grootschalige musical op locatie. Onderwerp: de sensationele driehoeksverhouding tussen Anton Kröller, Helene Müller en Sam van Deventer. Maar die musical ging op het laatste moment niet door. En dus treffen we Marijn alleen achter een schildersezel. Het is het uitgangspunt voor een intieme voorstelling waarin Marijn feit en fictie, geschiedenis en persoonlijke biografie én een bonte verzameling theatergenres mengt.

De tachtig minuten durende theatersolo Uit verdriet geboren is niet alleen een theatercollege over de ontstaansgeschiedenis van het huidige Kröller-Müller museum, maar ook een lesje naar kunst kijken én een beschouwing over de vrouw die een kunstverzameling bijeenbracht die inmiddels vijftig miljard waard is, daarvoor een museum liet bouwen én een nationaal park realiseerde. Inderdaad: ‘een van de eerste powervrouwen’ en ‘de uitvinder van de culturele spreiding’.

De voorstelling is daarnaast zeer persoonlijk, waarbij ‘de idee van een storm’ op een schilderij van Bart van der Leck gespiegeld  wordt in ‘de idee van familiegeluk’ – niet alleen dat van Helene Kröller-Müller maar ook van de actrice zelf. Heel kort vertelt zij over het verschil tussen een baarmoederoperatie meer dan een eeuw geleden en nu. Daarbij stelt Marijn zich kwetsbaar op als ze reflecteert over wat zij nalaat zonder kinderen én grapt daarover.

Op het eerste gezicht lijkt zij niet overtuigend als comédienne. Haar opmerkingen over ex-partner Max bijvoorbeeld, ‘hij ging acht weken geleden een pakje sigaretten halen en is nog altijd niet terug… en hij rookt niet eens’ of over dat het onzin is om aan vrouwen te vragen of ze kinderen hebben – ‘ze beginnen uit zichzelf daar binnen vijf minuten wel over’ – zijn belegen op het banale af.

En dat is precies de bedoeling. Net zoals Don McLeans Vincent (Starry, Starry Night) en Marijns persiflages op musicalnummers bijna te voorspelbaar zijn. Juist zo legt Marijn de verbinding tussen Helens verzuchting dat het leven maar banaal is en dat alleen de kunst verlichting kan brengen, maar toont daarvan ook het clichématige en pathetische, en illustreert dit met zinnen uit echte brieven van Helene Kröller-Müller:

’Lieve Sam, op mijn kalender staat: ’’De kunst is de spiegel van de ziel’’. Daarom houd ik van de kunst, omdat zij het mooiste en beste, het meest ware van mensen brengt.’

In tegenstelling tot de documentaire Helene, a woman between love and art ziet Marijn de kist met ruim 3000 brieven aan Sam van Deventer niet als de Heilige Graal, maar voor wat zij bevat: duizenden epistels van soms wel twintig pagina’s die vaak nergens over gaan, waarin het zoeken is naar die ene mooie regel en waarbij tussen elke ontboezeming vele schilderijen in de weg staan.

Uit verdriet geboren is echter allerminst een demystificatie van Helene Kröller-Müller. Haarfijn laat Marijn ook zien dat het etiket van de ijskoningin die alles en iedereen ondergeschikt maakte aan haar droom – inclusief grote architecten als Berlage –Helene vooral opgeplakt is omdat zij een vrouw is. Van mannen accepteren we dit tot het uiterste gaan immers, juichen het zelfs toe. En dat de relatie met haar dochter allerminst goed was? Zou het daar bij een man een eeuw later ook nog constant over gaan? Zou het überhaupt over kinderen gaan?

Het komt samen in de drie ontzettend protserige handpoppen van Warhol, Picasso en Van Gogh – compleet met afneembaar oor – die daadwerkelijk in museumwinkels over de hele wereld verkocht worden. Ze symboliseren uiteraard de grote kunst, maar ook het banale commerciële circus eromheen. Aan het eind van de voorstelling zet Marijn ze als kinderen op een krukje. En zoals dat gaat met kinderen: ze krijgen meteen onderling ruzie als ‘mama’ thee gaat zetten. ‘Misschien ben ik wel voor iets behoed’, merkt Marijn bijna terloops op als ze terugloopt naar het onaffe doek. Werktitel: Kinderen in de verte.

Het is knap hoe Marijn in haar meest persoonlijke voorstelling voortdurend tussen genres schakelt, veel toont, maar op elk moment alle controle heeft over wat zij wel en niet deelt. Uiteindelijk gaat de voorstelling niet over biografie of autobiografie, maar over het hier en nu in het theater. Helene Krüller-Müller zou instemmend knikken.

Foto: Ben van Duin