Een witte vloer, een lege ruimte. Tegen de achterwand zitten twee mannen op stoelen, ze lachen gedwee als het publiek de zaal binnenkomt. Maar wat is leeg? De spelers beschrijven in sneltreinvaart wat er niet is: een tafeltje, een schilderij, een tapijt, zelfs een kast met een kat eronder. Aan die ‘tafel’ stoten ze zich als ze door de ruimte hollen, en de ‘kat’, die tillen ze op. Het onzichtbare schilderij aan de muur? Ze kunnen er minutenlang naar staren en zien elk detail.

Zo groeit in het hoofd van de kijker, van deze kijker in ieder geval, een knusse, alsmaar voller wordende woonkamer. De prettig gestoorde voorstelling The Butterpie Effect  is vooral een aaneenschakeling van beelden die er niet werkelijk zijn. De handelingen, teksten en confrontaties van acteurs Arend Peeters en Ferre Vuye prikkelen de fantasie. Ze dagen de toeschouwer uit om een eigen decor en een eigen verhaal en voorstelling te construeren. Dat werkt.

De twee studeerden drama aan het KASK in Gent en in deze fysieke voorstelling blijkt dat ze samen een goede match vormen. De titel verwijst natuurlijk naar The Butterfly Effect, een theorie die stelt dat alles in deze wereld met elkaar verbonden is, dat één vleugelslag van een kleine vlinder kan resulteren in een tornado honderden kilometers verderop. En zo kan het dat als Vuye een kunstwerk beschrijft: ‘Van Rodin? Nee, niet Rodin’, het sculptuur De Denker binnensluipt in mijn fantasie. Met het kruisbeeld dat aan de wand zou hangen, gebeurt hetzelfde.

De twee spelers bewegen als bezetenen door de kamer en reageren razendsnel op elkaars handelingen. De ene beweging leidt tot een andere, het is een kettingreactie. Ze knikken, springen, vallen, draaien de handen, de armen, hun hele lijf. Als Vuye Peeters optilt, eerst op zijn rug, dan met de handen om zijn middel, maakt de tweede rare geluiden. Hij giechelt en gruwelt tegelijk. Nog angstiger reageert hij als zijn maat diens armen plots naar voren steekt waardoor niet meer duidelijk is welke armen van wie zijn.

In een volgende scène slaat Vuye met zijn ene vuist op de andere vuist waardoor het lijkt alsof hij met een beitel in Peeters aan het hakken is. Die neemt op zijn beurt een kromme houding aan waardoor de gedachte aan Rodin opnieuw mijn hoofd binnendringt. Een tel later lopen de twee hand in hand, de een fier rechtop, de ander krom en gedrongen.

Het ene absurdistische moment is nog niet afgekoeld of het volgende staat al te pruttelen. Als Peeters levenloos op de grond ligt, belt Vuye 112. Dat doet-ie met een gemimede telefoon die later weer verandert in een spiegel. De noodoproep krijgt de sfeer van een date, want er ontstaat een band met de persoon aan de andere kant van de lijn. Op diens advies besluit Vuye mond-tot-mond-beademing toe te passen. Bij elke ademstoot vliegen de benen van Peeters de lucht in.

En de chaos wordt groter. De twee schuifelen met de billen over de vloer en maken geluiden van ambulances. Even later gebruikt Vuye zijn vuisten als hamer om zijn medespeler met spijkers aan een onzichtbaar kruis te nagelen. Die hangt bewegingloos, armen gespreid, voeten op elkaar en wordt vervolgens weggesleept.

The Butterpie Effect straalt uit dat het associatief en met veel plezier is gemaakt, de lol spat ervan af. De boodschap is duidelijk: de ene beweging leidt tot de volgende. Deal er mee. Maar het stuk is ook tamelijk eendimensionaal en de personages zijn zo plat als stripfiguren. Het stuk vliegt alle kanten op, de gekte regeert en dat lijkt een bewuste keuze.

En dan ineens verandert die leegte, is er werkelijk contact. Dat raakt. De twee bespreken hun wederzijdse afhankelijkheid en wederzijdse waardering. Hoe? Daar moet je zelf bij zijn.

Foto: Giada Cicchetti