De in Amsterdam opgeleide Jefta van Dinther ontwikkelt de bewegingen van dansers, licht en geluid simultaan. Dat doet hij samen met lichtontwerper Minna Tiikkainen en componist David Kiers. In Plateau effect, de productie die hij bij het Zweedse Cullberg Ballet creëerde, bouwen negen dansers hun eigen wereld met doek en kabels die Simon Häggblom en Karin Lind (kunstenaarsduo SIMKA) leverden. 

Het uitgangspunt is helder en getuigt van eigenzinnigheid en lef. Een open ruimte, diverse materialen en goedgetrainde dansers. En dan uitzoeken welke gevolgen menselijke beweging voor de omgeving heeft. Tijdens de wereldpremière van Van Dinthers nieuwste creatie bouwen negen dansers drie keer een wondere wereld op. Wat daarin meteen opvalt: licht, geluid en dans vormen een krachtig amalgaam.

Het begin is rustig: alle dansers op een rij, voor een zachtgekleurd en rekbaar prachtig uitgelicht doek. We horen Sigridur Kristjansdottirs versie van Chinawomans song Friday night. Langzaamaan komen de dansers in beweging, eerst voorzichtig, dan golvend. Ze brengen het doek achter hen samen in beweging, het golft en bolt, de dansers golven en buigen, het licht danst, de muziek weerklinkt, beurtelings geplaybackt uit verschillende monden, tot alle dansers ongezien in het textiel zijn verdwenen. Zinsbegoochelend, nog nooit vertoond, het lijkt wel een film waar we naar kijken.

Voor het middendeel halen de dansers het doek naar beneden en plooien het met behulp van kabels  tot een abstracte ruimtelijke sculptuur. Ze werken nauwgezet samen – het resulteert in een doorlopende reeks van bewegingen als trekken, gaan zitten, gaan liggen, over kabels heen stappen, kabels vastmaken aan doek of gewichten, om elkaar heen draaien, voor of achter elkaar langs lopen. En dat alles in een strakke choreografie van efficiënte bewegingen en begeleid door een in volume aanzwellende soundscape. Even wanen we ons op de oceaan, waar grote zeilen worden gehesen en later weer gestreken. Maar de scène duurt te lang en dan belanden we op schoolkamp. Het regent, de tent moet zo snel mogelijk worden opgevouwen want we willen hier weg. De geoliede actie op de vloer verwordt tot druk gehannes en gedoe.

In het laatste deel ligt het doek op de grond en rollen de dansers het rond een langgerekt kussen. De variatie aan bewegingen, het tempo waarop zij ze uitvoeren, de combinaties die zij beurtelings vormen – hier is het wederom van een heerlijke schoonheid. Het slurfkussen buigt en rolt, de dansers buigen en rollen, glijden en kronkelen, het is een zachte soepele verleidelijke wereld. Als ze ten slotte weer rechtop lopen zijn ze totaal veranderd, creaturen van een andere planeet. Oneindige energie vibreert door hun ondulerende lijven, de gegenereerde warmte stroomt richting publiek. Dat moet Van Dinthers universum nu helaas verlaten.