Ararat is de naam van een Armeens cognac- en sigarettenmerk, het is ook de naam van een hotel in de Armeense hoofdstad Jerevan met een google rating van 3.8. Ook zijn er honderden restaurants over de hele wereld met die naam, waaronder een in Almelo, maar het is natuurlijk vooral die beroemde berg van meer dan 5000 meter hoog op de grens van Iran, Turkije, Azerbeidzjan en Armenië, landen die niet echt op vriendelijke voet met elkaar leven.  

De berg in de titel van de voorstelling Shades of a Mountain, waarmee dit jaar The Amsterdam Storytelling Festival werd afgesloten slaat op Ararat. Raphael Rodan, de Israëlische verhalenverteller (met Iraanse moeder) en artistiek leider van het festival, neemt het publiek mee naar die magische plek, waar Noach met zijn volgeladen ark zou zijn geland, toen het water van de Bijbelse zondvloed weer was gezakt. De Armeniërs gaan nog een stapje verder en claimen dat de restanten van De Tuin van Eden, die in het Oude Testament wordt beschreven, ook bij die berg te vinden is.

Op reis door Armenië is Rodan niet alleen in de ban geraakt van die mythische berg, maar ook van de drie dames van de Shushiki Band, een engelachtig trio dat ook vorig jaar op het Storytelling Festival te horen was. De organisatie wilde de groep per se terug hebben. Een uitstekende beslissing, want zij hebben er samen met Rodan en een beeldend kunstenaar, die tijdens de vertelling van klei een statige godin boetseert, een prachtig uurtje gemaakt.

Rodan wandelt met rugzak het podium op, terwijl de drie zangeressen met een bij-achtig gezoem de zaal vullen. Zijn verhaal is een mengeling van Armeense volksverhalen met een moraal over een hebberige koning en zijn eigen ervaringen in dat land, die bijvoorbeeld draaien om de geur van brood. Zijn eigen joodse achtergrond, als de actualiteit van de Armeniërs die kort geleden uit de Armeense enclave Nagorno-Karabach moesten vluchten voor het geweld van het Azerbeidzjaanse leger en de Armeense genocide door Turkije, een wond die ook na ruim 100 jaar nog steeds open ligt, worden op subtiele wijze in het verhaal van Rodan aangestipt, maar drukken geen stempel.

Na elk verhaal dat door Rodan heel ingetogen, maar toch meeslepend wordt verteld, vullen de zangeressen van de Shushiki Band de ruimte, begeleid door simpele percussie en even simpel gitaarspel. Er is voor de niet Armeniërs in de zaal geen klap van te verstaan, maar zoals dat vaak is met indringende muziek, kun je zelf met het grootste gemak een invulling aan liedjes verzinnen, al naar gelang het ritme en de melodie: de rijke oogst wordt binnengehaald, aan het sterfbed van oma, de bruiloft van twee geliefden uit twee dorpen waartussen altijd onenigheid is geweest (bij aanvang had ik niet gedacht dat ik na een half uur met de armen over de schouders van mijn onbekende buren tot dansen en ritmisch stampen zou kunnen worden overgehaald), de soldaat komt zwaar gehavend terug van het front.

Die laatste associatie was wat makkelijker nadat Rodan had verteld dat het hem moeite kostte om op een bankje in een Armeens park naast een man met twee kunstbenen te gaan zitten. Hij nam het die man in eerste instantie kwalijk dat hij geen lange broek droeg. Kleine menselijke problemen en dilemma’s met een diepe inhoud. Het was een belangrijke pijler onder de verhalen van het meerdaagse festival in Amsterdam, een waardevolle en verbindende aanvulling op het festival-landschap.

Oh ja, uiteindelijk wordt na een denkbeeldige wandeling de top van de berg bereikt, waar een zen-achtig, goddelijk beeld staat en het uitzicht fantastisch is.

Foto: Alborz Sahebdivani