Kerstmis in Palm Springs, California. Polly en Lyman Wyeth ontvangen zoon en dochter thuis voor de feestdagen. Het is even geleden dat het gezin compleet was; dochter Brooke is jaren depressief geweest en krabbelt nu langzaam weer overeind. Dat doet ze aan de andere kant van de Verenigde Staten, in het ‘linkse New York’. De afschuw in de ogen van haar moeder is bijna tastbaar als ze erover praat. Zij en haar man zijn uitgesproken republikein, goed bevriend met Ronald Reagan en zijn vrouw Nancy, volmondig eens met diens stelling ‘trust someone, but verify’, zo blijkt.

Palm Springs (originele titel: Other Desert Cities) van toneelschrijver Jon Robin Baitz ging in 2010 in première in New York. In dit familiedrama komt mooi aan het licht hoe politieke spanningen een gezin kunnen beïnvloeden. Het stuk speelt zich af in 2004, een jaar nadat de Amerikanen Irak zijn binnengevallen, midden in Bush’s war on terror. Waar Brooke zich engageert, distantieert haar broer Trip zich van elke politieke stellingname: hij produceert een populaire televisieshow. Brooke is schrijfster; het manuscript voor haar nieuwste boek zit in haar reiskoffer. Alleen: ‘Het is geen roman geworden, het is een biografie.’

Dat boek is de katalysator van het drama: het zet het zorgvuldig opgebouwde imago van de familie Wyeth – ooit een vooraanstaande familie in Hollywood – op losse schroeven: er is in het verleden iets gebeurd waar niet over gesproken mag worden. Om over een boek, met voorpublicatie in een groot New Yorks tijdschrift, nog te zwijgen. Haar vader wil het niet lezen, die wil zich niet tegen zijn dochter keren. Moeder wel: die wil weten wat haar te wachten staat. ‘Trust someone, but verify.’

Bovendien doolt, om de kerstsfeer compleet te maken, de zus van de moeder voortdurend over het toneel. Silda Graumann was ooit, samen met haar zus, een succesvol scenarioschrijver, maar ze kampt met een hardnekkige alcoholverslaving. Het schrijven heeft ze inmiddels opgegeven, ze is net ontslagen uit een afkickkliniek en logeert nu bij haar zus. De in eerste instantie onschuldige, grappige tante blijkt gaandeweg een behoorlijke vinger in de pap en bovendien ook geen schone handen te hebben.

Regisseur Antoine Uitdehaag koos voor een spannend stuk op een spannend moment: met de Amerikaanse verkiezingsuitslag vers in ons geheugen en onze Tweede Kamerverkiezingen voor de deur, is het interessant om te laten zien hoe politiek engagement en onvoorwaardelijke familiebanden zich tot elkaar verhouden.

Palm Springs is een behoorlijk dichtgetimmerd tekststuk, dat qua dynamiek nog niet helemaal op orde is. De epiloog daargelaten speelt het stuk zich uitsluitend af in de woonkamer, rondom een gigantisch lange, achtpersoonsbank. Dan moet er behoorlijk gewerkt worden om de energie niet in te laten zakken. Maar op de première was het allemaal nog erg statisch, kabbelde de voorstelling nog te veel. Het vrij eenduidige, voortdurend licht geagiteerde spel van Tjitske Reidinga als dochter Brooke hielp ook niet mee: wat haar personage in eerste instantie een herkenbaar cynisme geeft, gaat op een gegeven moment een beetje vervelen. In een dergelijk huiskamerdrama moet je je van meerdere spelregisters bedienen. Haar emotionele catharsis op het eind was bovendien ronduit lelijk.

Geert de Jong is fascinerend en walgelijk tegelijk als bikkelharde moeder, die met uitgestreken gezicht de meest racistische stellingen de huiskamer in poneert. Han Kerckhoffs legt mooie nuances in zijn rol als vader, soms onvoorspelbaar gevaarlijk, dan weer teder en liefdevol. Frederik Brom is nog wat aan de vlakke kant als broer Trip, maar dat zit ook in de tekst. Pas op het einde krijgt zijn personage diepgang, om dan vrij snel al het toneel te verlaten. Ria Eimers is in eerste instantie vooral hilarisch als door de kamer banjerende relschopper Silda, maar wordt gaandeweg treuriger, liefdevoller en vileiner tegelijk. ‘Ik hou van jou zoveel als ik kan’, zegt ze op een gegeven moment tegen haar zus. Het geldt voor alle personages. Ze houden van elkaar, zo veel als ze kunnen. Op die grens wordt het spannend.

Foto: Leo van Velzen