De voorstelling Oxygen Debt heeft de vorm van een workout: een spinning les om precies te zijn. Maker Bart van de Woestijne grijpt de fysieke uitputting van zijn publiek aan om de verhouding tussen lichaam en geest centraal te stellen.

Als theatercriticus moet je van vele markten thuis zijn, maar het komt niet vaak voor dat er een beroep op je fysieke uithoudingsvermogen wordt gedaan. Bij Oxygen Debt, de nieuwe voorstelling van Bart van de Woestijne, is dat echter wel het geval: de performance heeft de vorm van een spinning class, waarbij je plaatsneemt op een stationaire fiets en onder begeleiding van een coach ‘naar de grenzen van je lichaam fietst’.

Performer Luit Bakker, die ter voorbereiding een cursus tot spinninginstructeur volgde, heeft de juiste toon goed in de vingers. Haar aangename timbre en cadans stellen je op je gemak en zorgen ervoor dat je net dat ene beetje meer geeft om je lichaam echt uit te dagen, en haar Amerikaanse tongval doet denken aan de YouTube-instructeurs die zeker tijdens de coronalockdown zo populair zijn geworden. De opbouw van de les is uitstekend, zodat je genoeg reserves hebt om op de juiste momenten te kunnen pieken.

Van de Woestijne heeft voor zijn publiek uiteraard meer in petto dan een goed uitgevoerde fitnessles. Naarmate het uur vordert lardeert Bakker haar aanmoedigingen met bespiegelingen over het lichaam. Ze nodigt je uit om volledig samen te vallen met je lijf, en met name met je hart, in plaats van het te beschouwen als een container waarin je ware ik (namelijk je geest) huist. Is het immers niet het hart dat ervoor zorgt dat je in beweging blijft? Zijn het niet je spieren die de basis zijn van al je handelen?

Vanwege de uitputting die steeds meer bezit van je neemt wordt het ook steeds makkelijker om die aansporing ter harte te nemen. Als het steeds zwaarder wordt om je lichaam in beweging te houden ben je je ook meer bewust van de processen die beweging mogelijk maken. Het levert vooral een grote dankbaarheid voor de werking van dat lichaam op; een hernieuwde kennismaking met jezelf.

Wat voor mij minder goed werkte was de afslag richting de dood die de voorstelling vervolgens neemt. Vlak voor het einde van de uitputtingsslag begint Bakker het falen van het lichaam te omschrijven: het licht dat uit je ogen verdwijnt, de huid die klam en strak wordt, het hart dat stopt met pompen. Hoewel het klopt dat op dat moment je eigen bewegingen vertragen vanwege de vermoeidheid, draait het lichaam zelf natuurlijk op volle toeren, waardoor er juist een grote afstand tussen de tekst en de ervaring ontstaat.

Tegelijkertijd zorgt die frictie er wel voor dat je extra stilstaat bij de manier waarop lichaam, geest, leven, dood, individu en groter geheel voor jou persoonlijk met elkaar samenhangen. Zo creëert Oxygen Debt door middel van de samenkomst van fysieke ervaring en filosofische tekst een interessant betekeniskader waarin iedere bezoeker eigen accenten zal leggen.

Foto: Joshua Walter