In Mementum van regisseur en componist Timo Tembuyser valt de opbouw van de muziek samen met de manier waarop de performers door de ruimte bewegen. Het levert een ontroerende zoektocht naar collectiviteit op.

In het midden van de omvangrijke loods naast het festivalhart van Festival Cement staan 32 stoelen – krukjes eigenlijk – in een cirkel. Er is ons van tevoren op het hart gedrukt dat we mogen gaan en staan waar we willen maar de vorm is zo dwingend dat iedereen gaat zitten en zijn plek niet meer verlaat. Bij de achterwand staan zestien mensen. Hun aantal is precies de helft van ons: omvangrijk genoeg om massa te kunnen maken, klein genoeg om de individualiteit van de leden nog te kunnen zien.

Zo begint Mementum, de Cement Productie van regisseur en componist Timo Tembuyser. Langzaam beginnen de zangers (waaronder Tembuyser zelf) zich over de ruimte te verspreiden, langs en tussen het publiek. Flarden zang verenigen zich tot een compositie; de zeven mannen staan in een groep bij elkaar, de negen vrouwen dwalen afzonderlijk door de ruimte. De spanning tussen groep en individu wordt spannend uitgespeeld doordat een zangeres soms met een uithaal door de gelijkmatige zang van de mannen heenbreekt.

De focus op individualiteit en collectiviteit loopt als een rode draad door Mementum. De opbouw van de koorstukken speelt een boeiend spel met de fysieke choreografie. In het tweede deel ontwikkelt een compositie van ademstoten zich langzaam tot een strenge, ritmische litanie, waar vervolgens veel melodieuzere en speelsere zang doorheen breekt. De twee elementen, beide vertegenwoordigd door een helft van de groep, gaan een soort strijd met elkaar aan; ze beïnvloeden en infecteren elkaar, zonder dat ze helemaal samenkomen. De groep, die middenin de publiekscirkel staat, valt uiteen en komt weer bij elkaar, alsof er een continue onderhandeling plaatsvindt.

Als Tembuyser zelf plotseling hard een andere frase inzet, een soort vreugdekreet, voelt dat in eerste instantie incongruent, gewelddadig bijna – alsof een individu het groepsproces even helemaal naar zijn eigen hand wil zetten. De kreet wordt herhaald en langzaam ook door andere mensen overgenomen, en de levenslustige energie die dat produceert werkt aanstekelijk: de frase komt zo uit ieders tenen dat er al gauw een kakofonie van uitzinnige overgave ontstaat.

Als dat uiteindelijk stilvalt, vindt er een reset plaats. Het laatste stuk is een wonder van samenspel: steeds worden er nieuwe lagen aan het stuk toegevoegd, alsof de ene zanger steeds op het voorstel van haar voorganger reageert en ze samen aan iets bouwen. De vorm en de onderlinge verbondenheid en warmte van de performers is zo ontwapenend dat je als toeschouwer ook in het gezamenlijke project geïnvesteerd raakt, waardoor juist de sporadische onvolmaaktheid van de samenzang het geheel nog spannender en levendiger maakt.

De grote kracht van Mementum is dat de overweldigend mooie muziek, de charme van de spelers en de intelligentie van de regie samen een sterk gevoel van collectiviteit met het publiek teweeg brengen. Er spreekt een enorme liefde uit het stuk die bezit neemt van iedereen in de ruimte.

Foto: William van der Voort