De dag van de Oude muziek in de Landcommanderij Alden Biesen bij Bilzen (België) stond dit jaar in het teken van Hendrik van Veldeke, de eerste dichter uit het Nederlands taalgebied. Er waren veel concerten met oude teksten en met oude instrumenten. Opvallend was dat een groep jongeren hier een performance ging brengen over liefde, met als vertrekpunt een gedicht van Van Veldeke. Love songs van fABULEUS was de enige voorstelling op deze dag zonder oude muziek, zonder instrumenten, maar met veel a capella-gezang, met veel beweging, met schwung en durf, met veel teksten.

fABULEUS is een productiehuis theater en dans door en voor jongeren en trekt heel veel jong publiek aan. Grijze hoofden zijn er in het publiek niet zoveel. Nu waren de grijze toeschouwers in Alden Biesen in de meerderheid en bij het binnenkomen zag je wel wat vraagtekens. Negen jongeren tussen 13 en 23 jaar staan er op de overdekte binnenkoer videoclips na te dansen. Als de poort van de speelplaats wordt gesloten dansen ze nog met de rug naar het publiek en met de ogen gericht op een scherm de danspasjes na.

Wordt dit een zoveelste oppervlakkige danskaraokevertoning? Maar dan draaien de performers zich om, microfoons worden aangesleurd, ieder kiest zijn positie, en apart of in groep zullen ze vijfentwintig teksten over de liefde naar het publiek declameren, roepen, zachtjes zingen, in het gezicht slingeren, in het Nederlands, Engels, Frans, Duits. De ene keer met vertaling, de andere keer moet je het maar kunnen volgen via de woorden op de lichtbalk. Filosofische teksten, van bekende schrijvers en ook van de jongeren zelf, over de liefde tussen twee personen, over de band tussen liefde en politiek, over het gebrek aan liefde in de politiek, over het maatschappelijk en eventueel revolutionair belang van liefde, over liefde voor de mens in een groep, over  de stelling dat liefde steeds opnieuw moet worden uitgevonden, over de stelling dat het beeld van de liefde wel universeel is maar de liefde zelf niet. En nog zoveel meer, waardoor het wel eens wat teveel van het goede wordt.

Theatermaker/choreograaf Michiel Vandevelde (afgestudeerd bij PARTS) heeft zijn jongerengroep geconfronteerd met uitspraken over liefde van filosofen, kunstenaars, filmmakers, uit popsongs en liederen van vroeger.  ‘Alse die vogel vroelichen den sumer singende enpfân’ van Van Veldeke wordt hier mooi in het Middelnederlands gedeclameerd, zonder begeleiding, stil en kalm, terwijl een uur later in de kerk van Alden Biesen deze tekst volop gezongen wordt door een sopraan, ondersteund door luitklanken.

De groep rapt, zingt gregoriaans, jazzy, declameert, danst, bijna elke jongere maakt zich los uit de groep en kent een solomoment met een dansmimeact of met een performance van gezongen tekst, de ene keer Brel-achtig, de andere keer conceptueel, dan weer in een honderd jaar oud avant-gardejasje of minnestreelachtig, of streetwise hiphop.

Het geheel kent afwisseling, er zit schwung in, de gedrevenheid straalt op momenten over, maar het glijdt af naar een doorzichtig spelletje van ieder mag zijn ding even doen. De letters en de woorden tollen te zeer, en na de voorstelling overvalt je een leegte die al deze uitspraken over liefde tesamen achterlaten. Ik denk dat de jonge dansers/zangers/performers die deze voorstelling hebben gemaakt en brengen, een enorm proces hebben meegemaakt (dat lees je ook in de folder die je achteraf krijgt), maar dat hele proces wordt in een 55 minuten samengebald en op de kijker gedropt. En of dat overtuigt? Bij momenten. Ik kon mij niet van de indruk ontdoen dat het ‘grijze publiek’ vooral verrast was door het feit dat jongeren niet alleen in oppervlakkigheid door het leven huppelen, maar ook over de liefde zwaar doordenken. En dat is natuurlijk voor jong en oud een hoopvolle boodschap.