‘Sluit je gordijnen, sluit je mond’, zingt de Iraans-Nederlandse theatermaker Nastaran Razawi Khorasani. Maar het onbekommerde jochie in Iran houdt zijn mond niet op school. Hij vertelt zijn juf dat hij pijn in zijn rug heeft, omdat hij thuis het hele weekend in een bak met druiven moest stampen om wijn te maken. Alcohol is natuurlijk verboden in het streng islamitische Iran. Waarschijnlijk deugde de juf, want het slippertje loopt goed af.

Nastaran Razawi Khorasani (1987) vluchtte op zesjarige leeftijd met haar ouders naar Nederland. Een paar jaar geleden bezocht ze haar geboorteland samen met haar dochter Salomé. Aan de manier waarop haar dochter met haar neefjes en nichtjes speelde, kon Razawi Khorasani zien dat de een in vrijheid is opgegroeid en de andere kinderen niet.

Zij wilde die Iraanse kinderen een podium geven, dat zij in Iran niet hebben. De theatermaker kwam in contact met twee open en behoorlijk wijze kinderen, een jongetje van dertien en een meisje van elf, met wie ze vanuit Nederland beveiligde telefoongesprekken voerde over hun leven in Iran. Met dat materiaal maakte ze de voorstelling Songs For No One, waarvoor ze de BNG Bank Theaterprijs 2021 heeft gekregen. De stimuleringsprijs ter waarde van 45.000 euro is onder meer bedoeld om een tournee te financieren. Tot ver in 2022 kan men daarom van deze bijzondere voorstelling genieten.

Razawi Khorasani wacht geduldig tot de laatste toeschouwer een plekje heeft gevonden. Ondertussen roert zij in een emmertje witte verf. Als iedereen zit, pakt ze de kwast en schildert ze twee grote doorschijnende panelen dicht. Alsof de gordijnen gesloten moeten worden en niemand van buiten meer kan zien wat er binnen gebeurt. Op de ‘geblindeerde ramen’ wordt de vertaling van haar gesprekken met de twee kinderen geprojecteerd. De enige extra live vocale bijdrage van Razawi Khorasani zijn wat hiphop-achtige hartenkreten in haar moedertaal Farsi op eenvoudige beats, zoals ‘jullie zien van Iran alleen maar zand, sluiers en baarden’ en ‘de wereld is versleten, maar wees niet treurig’.

Zij gedraagt zich niet als een opdringerige journalist die zo snel mogelijk alles wil weten, maar bouwt de gesprekken met de twee kinderen heel ontspannen op, als een lieve tante die wat thee of limonade met de kinderen drinkt en wil weten welke muziek en spelletjes ze leuk vinden en wat ze het liefst eten. Maar de dagelijkse, onschuldige onderwerpen worden in een dictatuur al snel politiek. Ze vertellen over de hulp van de schooldirecteur die voor aanvang van de les de kinderen nog even inprent hoe ze zich moeten gedragen. Ze hebben de film Mrs. Doubtfire met Robin Williams gezien en kwamen er later achter dat de film niet 59 minuten maar wel twee uur duurde. Het jongetje zingt een liedje dat populair op straat is, maar slaat de woorden Hennesey en fuck maar wijselijk over. Ook vraagt hij nog een keer een beetje angstig of Razawi Khorasani toch alsjeblieft zijn naam niet wil noemen in de voorstelling die zij gaat maken.

Als het meisje vertelt dat het vrouwen niet is toegestaan om op straat met blote armen te lopen, verft Razawi Khorasani op het podium haar armen in de kleur van haar T-shirt. Daarmee sluit zij aan bij de manier waarop Iraniërs toch constant geheime gaatjes in de muur van de dictatuur weten te vinden. Het jongetje biecht op dat hij eigenlijk geen moslim is, maar dat hij wel heel goed moslims kan imiteren om niet op te vallen. Ze weten dus dondersgoed dat ze in een beklemmende, onderdrukkende samenleving moeten leven en schrokken zich rot toen ze hoorden dat hun kleine broertje op school zijn mond voorbij had gepraat over de huiswijnproductie. En ja, als het zou kunnen zouden ze heel graag naar Nederland komen, ook al hebben ze gehoord dat daar ook wel racisten wonen.

Het is een topprestatie van Nastaran Razawi Khorasani dat ze zo’n lieflijke voorstelling heeft weten te maken met een bikkelharde inhoud.