Hallelujah, daar staat ze. In een tweedelig paars pak en met een zwarte hoed op het hoofd. Singer-songwriter Channah van ‘t Riet weet hoe acte de présence te geven. Zacht neuriënd en op gitaar zet ze de eerste klanken in van ‘Dance Me To The End Of Love’.

In de muziektheatervoorstelling Songs for Leonard geven singer-songwriter Channah van ‘t Riet en theatermaker Cyrelle Failé de meisjes van Cohen een stem. Door middel van zijn eigen nummers en aan de hand van muzikale tegenreacties wandelt het duo door zijn muziek en leven. Ze zijn uitstekend op elkaar ingespeeld en doen dit op vijf verschillende instrumenten. Hun stemgeluid klinkt dromerig, haakt dan weer met grote uithalen in elkaar. Verhalen schetsend reizen ze van zijn jeugd, via de jaren zestig – waar hij met grote liefde Marianne op het Griekse eiland Hydra leefde – tot aan zijn dood.

Vanaf een uitvergrote zwart-witfoto aan de wanden van de Roode Bioscoop, staren ze je aan. Ze kijken als het ware op je neer. Het duo beschijnt de gezichten om beurten met een zaklamp, verplaatst zich in hun gedachten- en belevingswereld: ‘Mijn naam is Marianne, en zoals de schepen kwamen en gingen, zo kwam en ging jij ook uit mijn leven.’ Rebecca: ‘Verliefd verloofd en uitgedoofd.’ Janis Joplin: ‘Een uur of twee met jou in het Chelsea Hotel. Volgens mij is daar niks gebeurd. Althans; niet dat ik me kan herinneren.’

De voorstelling stond al jaren gepland. Nog voor de lockdown dwaalde Van ‘t Riet alleen door de straten van zijn geboortegrond in Montreal. Langs Cohens kroegen en podia, de bankjes waar hij had gezeten. Zoals Cohen geïnspireerd raakte door de dichter Llorca, raakte Van ‘t Riet geïnspireerd door hem. Zij wilde via hem een deel van zichzelf ontdekken, hij wilde alleen zijn zodat hij haar, Marianne, kon missen.

Een aantal nummers kruipt onder de huid. Zo is er de Nederlandstalige bewerking van ‘Suzanne’: ‘Suzanne neemt je mee, op een bankje aan het water, duizend schepen gaan voorbij en toch wordt het maar niet later.’ Of een verrukkelijke versie van ‘I’m Your Man’, waarbij het duo flirtend om elkaar heen draait, volledig opgaand in de rol van verleider en prooi. Vanachter de toetsen zingt Van ‘t Riet een geheel nieuwe versie van ‘Chelsea Hotel’, dat heel anders klinkt vanuit Joplins perspectief. Hierin wordt ze begeleid door Failé op de melodica: een verticaal mini keyboard met bovenin het mondstuk om in te blazen.

Het duo slaat een krachtige brug tussen henzelf, een generatie die alles wil: leven van de kunsten, de liefde, een gezin, en Joni Mitchell, die zich niet kon overgeven aan die liefde, behalve in haar muziek en daarom de rollen omkeerde: Leonard tot haar muze maakte. Raadselachtig blijft echter hoe beide vrouwen op elkaars pad zijn gekomen. Maar misschien doet dat het er ook niet toe. Op deze manier blijft er ruimte voor het afscheidslied dat Van ‘t Riet schreef vanuit Marianne, voor hem, haar grote liefde, kort voor haar eigen dood.

De toegift, opnieuw ‘Dance Me To The End Of Love’, maakt de voorstelling tot een prachtig rond geheel. Dat moet ook wel, want de gehele Roode Bioscoop zingt mee. Als je nog niet verliefd was, ben je het nu geworden. Op beide dames. Op alle meisjes van Cohen. En vooruit: nog een beetje meer op de charmeur der charmeurs zelf.

Foto: Sjoerd Derine