Het volk het land uit! De macht aan de elite! In een ondergrondse bunker op het Amsterdamse KNSM-eiland vindt de staatsgreep van de elite tegen het volk plaats. De democratie bestaat niet meer. ‘Ik ben de baas van dit land en alle kippen moeten weg. Elke straat heeft een fanfare en iedereen ontbijt verplicht met twee tosti’s.’

Muziektheatercollectief Circus Treurdier heeft, net zoals in een eerdere editie, de bunker ingericht als een variétébar. Tafeltjes en stoeltjes staan verspreid in de lage, witte ruimte en de bar is de gehele avond open. Tegen een achtergrond van een immens schilderij van dictator Koenijn (een rol van artistiek leider en kleinkunstenaar Thomas Spijkerman in wit konijnenpak) worden in Het eeuwige nachtcafé V – Het volk het land uit korte sketches afgewisseld met muzikale scènes, met daartussen korte pauzes.

Koenijn oreert er op los: ‘Er zijn maar twee beroepen: acteur of actrice. Kinderen moeten zwijgen tot hun tiende en het hele jaar is er Zomergasten op televisie. Alle macht aan de culture elite.’ Er wordt hard en smakelijk gelachen om het vurige betoog en de absurde regels van de dictator. Als iets later een elitaire snob zijn aversie tegen het klootjesvolk beschrijft, begint het een beetje te wringen. Hoe kan hij leven met mensen die het hebben over het weer?! Nee, praat liever over de schrijver Goethe, de componist Shostakovich of de filosoof Sartre. De hel is toch zeker als je je buren snackbarfriet ziet serveren in een porseleinen schaal?! Het publiek, dat vooral lijkt te bestaan uit hippe twintigers en dertigers, wordt kort een spiegel voor gehouden. Dan gaat Circus Treurdier er weer in volle vaart tegen aan met absurde sketches, intelligente observaties en komische situaties. Het enthousiasme, de energie en bevlogenheid van spelers en muzikanten is aanstekelijk. Waren in de voorgaande editie de scènes nog te veel als los zand, ontbrak het aan tempo en was er moeilijk een lijn te ontdekken in het verhaal, dit nachtcafé zit helder en sterk in elkaar.

Het verloop van de staatsgreep wordt geïllustreerd aan de hand van de elitaire Sterre en de volkse Remco. Ze zijn veertien jaar en verliefd. Hij zingt in het Nederlands en zij in het Engels. Hij woont in een camper en zij in een villa. Zij halen eten bij de traiteur en ‘hun’ eten friet. Maar dan ziet Sterre het niet meer zitten, want ze zijn toch te verschillend en ‘ze zullen elkaar nooit echt begrijpen’. En tot overmaat van ramp wordt Remco ook nog eens door dictator Koenijn het land uitgezet. De duetten zijn mooi en krachtig uitgevoerd. De onbeholpen interactie tussen de twee roept veel sympathie op.

De diversiteit aan kwaliteitssketches en uitbarstingen van surreële ideeën, zijn boeiend om naar te kijken en te luisteren. Maar op het einde van de avond gaat het even mis. De lange, statische eindtekst doet afbreuk aan de drie enerverende uren die er aan vooraf gingen. Nee, vergeet het laatste kwartier en ga naar huis met het laatste beeld van Koenijn die met de staart tussen zijn benen afdruipt. In zijn oprechte naïviteit en optimisme dacht hij dat de wereld beter af zou zijn onder zijn regime, maar uiteindelijk bleek in zijn droom dat een land met alleen maar elitaire mensen ook maar saai is.