Na drie kwartier lachen om smeuïge anekdotes in cabareteske sfeer, transformeert Girls & Boys in een onvoorstelbare tragedie. Hadewych Minis laat het publiek ademloos achter.

Spoiler alert

Veel mensen zullen van tevoren al wel iets hebben meegekregen van het verhaal; desondanks voel je in de laatste twintig minuten van de voorstelling een ijselijke stilte, een soort dikke gevoelsmist, alsof er collectief even niet meer zo gemakkelijk geslikt kan worden. De zo onschuldig klinkende titel Girls & Boys (2018) is een toneelstuk van de Britse toneelschrijver Dennis Kelly, vertaald door Hannah van Wieringen. In Londen is het gespeeld door Carey Mulligan, hier brengt regisseur Daria Bukvić de voorstelling als een onewomanshow van Hadewych Minis.

Het begint met paarse en roze pilaren van licht (Yuri Schreuders) waar ze tussendoor danst. Terwijl de muziek zachter wordt, zie je hoe ze probeert de lichtbundels te omarmen, in een even wanhopige als vergeefse poging het verdwijnen van de partysfeer tegen te gaan én als een vooruitblik op wat onherroepelijk gaat komen: alsof ze zich probeert vast te klampen aan de kinderen die vermoord zullen worden door haar man.

Het is een voorstelling waarin lijnen elkaar kruisen: om te beginnen die van de opgaande carrière van de vrouw die haar levensverhaal vertelt en de neergaande lijn van die van haar man. In dat smeuïge begin is ze een jaar of vijfentwintig en beschrijft ze op hilarische wijze haar ‘drankerige, drugserige, sloerige fase’, hoe ze zich na een hoop mislukkingen de filmindustrie in bluft en hoe ze haar echtgenoot ontmoet op een vliegveld. Minis is verbijsterend goed in het neerzetten van zo’n bijdehante hedendaagse vrouw met een sterk gevoel voor zelfspot, een snelle denker en rappe verteller. Minis heeft natuurlijk inmiddels een rijke ervaring, zowel bij het serieuze toneel, zoals Toneelgroep Amsterdam waar ze in 2011 vertrok, als met onewomanshows, zoals haar veelgeprezen Minis Plus uit 2018.

De ontmoeting met haar toekomstige man wordt al even casual uit de doeken gegaan; ze vond hem meteen een eikel, vertelt ze opgewekt maar ze valt voor de manier waarop hij twee van die ‘langbenige kutwijven’ weet te pareren als ze voor willen dringen in de rij op het vliegveld. Tussen de anekdotes door, frontaal verteld aan het publiek als in een lollige conference, wordt het af en toe donker: alleen een rechthoek licht blijft over, een soort arena. Je ziet de vrouw in de keuken met haar twee denkbeeldige kinderen, in scènes waarin de kinderen moe zijn en lastig, en de moeder tamelijk wanhopig probeert het gezellig te houden. ‘Ik weet wel dat ze er niet echt meer zijn, ik weet dat ze dood zijn.’, zegt ze dan ineens. Later vertelt ze hoe ze juist dat soort herinneringen koestert, die met haar man erbij probeert ze een voor een te wissen uit haar geheugen.

Intussen wordt in korte zinnetjes duidelijk dat het met haar carrière wonderlijk goed gaat maar met die van haar man steeds moeizamer, tot zijn zaak failliet gaat. Het is de achterliggende reden voor de woede en wrok die zich kennelijk van hem meester maakt. Praten is niet meer mogelijk. Ongemerkt is er een onoverkomelijke kloof ontstaan.

Uiteindelijk doodt hij in koelen bloede eerst zijn zoon en dan zijn dochter. Minis zit op de grond als ze vertelt, kalm en beheerst, waar hij precies stak met zijn mes en hoeveel keer. Hoe hij vervolgens zichzelf heeft geprobeerd te doden door uit het raam te springen.

Het decor (Marloes van der Hoek en Wikke van Houwelingen) wordt gevormd door een spel van lijnen, van licht en van aluminium buizen die de omtrekken van een huis verbeelden. Helemaal aan het eind komt er een echt huisje naar beneden, een veilige plek met muren en een dak, en een bank waarop ze gaat zitten, met twee (echte) kinderen tegen haar aan gevleid.

Girls & Boys is een hartverscheurend verhaal dat indruk maakt, juist door de kalme, afstandelijke wijze waarop Minis het vertelt, schijnbaar zonder emoties. Die komen rechtstreeks binnen bij het publiek.

Foto: Joris van Bennekom