Waarom zoeken we het geluk altijd ergens anders? Acteur Soufiane Moussouli boog zich over het lot van Marokkaanse jongeren, die dagelijks de oversteek naar Europa wagen. In zijn solo Gelukzoeker vertelt hij het verhaal van Hamza, een jongen Marokkaan die zonder papieren een leven probeert op te bouwen aan de overkant.

Soufiane Moussouli is autodidact en leerde het vak bij jongerentheatergroep De Gasten in Amsterdam West. Zelf is hij geboren en getogen in Lelystad. Voor het Amsterdamse Storytelling Festival creëerde hij eerder al een solo, Marokkanen huilen niet, waarin hij zijn eigen verhouding met Marokko en Nederland onderzocht. In zijn tweede productie Gelukzoeker, maakt hij zijn wereld groter en verplaatst hij zich in het lot van Marokkaanse jongeren, die met veel verwachtingen de oversteek naar Europa maken.

Een tafel, een stoel en twee strandstoelen: meer heeft Moussouli niet nodig, de rechtstreekse stand-up-vertelvorm gaat hem gemakkelijk af. Hij neemt ons mee naar Tanger, waar zijn opa en oma wonen en een groot deel van zijn familie. We rijden mee in de taxi en de beschrijving van de stad wordt door een deel van het publiek herkent. Moussouli heeft een enorme familie, daaronder ook neef Hamza die wel degelijk heeft gestudeerd, maar net als veel Marokaanse jongeren geen fatsoenlijke baan kan vinden omdat hij geen connecties heeft. Moussouli windt zich zichtbaar op als hij dit vertelt. Gelijke kansen bestaan niet in Marokko.

Met veel zwier en humor weet Moussouli zijn verhaal over het voetlicht te brengen. Het eerste deel rolt er gemakkelijk uit, zit vol interactie met het publiek en kent geestige anekdotes, die de verbeelding prikkelen. Arabische zowel als Nederlandse uitspraken – ‘ons ben zunig’ – zetten de culturen waarin Moussouli opgroeide op scherp. Een scène met zijn neef aan het strand in Tanger wordt een hoogtepunt, vooral omdat Moussouli de ferme macho zwemslagen van zijn neef op cartoonachtige wijze imiteert, als deze indruk probeert te maken op twee blonde Nederlandse meisjes. Op die momenten overstijgt de vertelling zichzelf.

Tijdschakelingen bepalen het ritme van de vertelling. Dat werkt in het eerste deel heel goed, maar gaandeweg wordt dat ritme ook voorspelbaar, vooral omdat elk deel even lang is en de vertelling erg feitelijk wordt. Even is Moussouli die avond zijn tekst kwijt. Dat is geen ramp, maar aan theatraliteit en dramaturgie kan de solo nog winnen. Moussouli’s neef waagt de oversteek, maar het geluk vindt hij niet. In het Brusselse Molenbeek werkt hij zich te pletter, net zoals hij dat zou hebben moeten doen in Marokko. Zonder papieren ben je immers niets waard. We krijgen een tipje van de sluier opgelicht, als het gaat om frustraties die leven in wijken als Molenbeek waar illegalen proberen te overleven.

In het bescheiden festival First Contact van Podium Mozaiek in Amsterdam West staan verschillende identiteitsverhalen centraal. Moussouli zet zijn eigen geluk tegenover het lot van deze jongeren. Gevoed door de welvaart van Europese Marokkanen steken zij niet zonder risico over, maar geluk vinden zij zelden. De solo kan nog scherper maar zal ongetwijfeld nog groeien, als Moussouli is ingespeeld. Stand-upcomedians trekken daar doorgaans een week voor uit. De drang om trouw te blijven aan het ware verhaal zit wellicht nog in de weg. Maar integriteit is ook wat waard, net als urgentie van Moussouli’s persoonlijke verhaal.

Foto: Raymond van Mil