De reactie kon niet uitblijven: ‘Corona!’ riepen toeschouwers, jong én oud, toen kort voor de pauze van de familievoorstelling Gek gezicht drie danseressen een aanstekelijke hoest-en-nies-choreografie uitvoerden, achter een rijdende rode tafel.

Dat Swingle sisters al in 2005 door de Zweed Alexander Ekman is gemaakt voor Nederlands Dans Theater en in december 2015 door Introdans op het repertoire is genomen, doet er niet toe; het zou net zo goed een parodie kunnen zijn op hoestend publiek of slechte tafelmanieren. Nu zorgt dit scherp getimede trio voor een vette knipoog richting actualiteit. Vivian Sauerbreij maakt bovendien een lekker smeuïg, brutaal schouwspel van het ritmisch klutsen met (echte) eieren, melk en popcorn.

Swingle sisters is één van de vijf choreografieën vol theatrale gekkigheid, waarmee Introdans dit voorjaar families naar dans trekt. De nieuwste aankoop uit Ekmans humoristische oeuvre, WHIM, Fractured Fairytale, is een ludieke, maffe en muzikale collage van herkenbare scènes, die in de Introdans-uitvoering nog wel aan lef kan winnen.

Dit ensemblestuk met nonsens-titel (los vertaald: ‘een geklutst sprookje rond bevlieging’) maakte Ekman in 2006 voor IT Dansa in Barcelona en neemt alledaags imitatiegedrag op de hak, zoals bekvechten, zoenen, gapen en overschreeuwen. De dames steken zelfs een middelvinger op, en danser Ruben Ameling doet er als eenling alles aan om ook in het rijtje van twaalf witte keukenstoelen te passen. Nog iets meer scherpte en overtuiging en WHIM is een lekker absurdistische verzameling capriolen op een bonte muziekmix, van de Bolero in rumbaversie tot Nina Simones My baby just cares for me.

De andere choreograaf die ludiek met dans en vooral met techniek omgaat, is de Nederlander David Middendorp. Van hem presenteert Introdans tijdens Gek gezicht drie werken. Natuurlijk de internationale hit Blue journey (2008, Introdans): een tijdloos en bedrieglijk spel met schaduwdans en videobeelden vol vallende mensjes – Middendorp haalde er in 2014 een miljoenenpubliek mee via America’s Got Talent.

Introdans presenteert ook het speelse en ludieke Face machine (2015) dat Middendorp maakte voor zijn eigen dansgroep Another Kind of Blue en zeker een groter publiek verdient. Met van bovenaf live gefilmde en groot geprojecteerde gezichten creëert Middendorp een soort selfieparodie, vol close-ups waarin dansers als minimensjes op oogleden, tongen en neuzen springen en soms verdwijnen in keelgangen. Ter plekke zie je zowel het hilarische resultaat op megascherm als the making of met vlug wisselende dansers onder lampen en camera’s. Het vereist wat technisch vernuft maar dan heb je ook letterlijk een gekkegezichtenmachine.

Technisch minstens zo ingenieus is Middendorps nieuwste creatie Wereldleiders, die als enige van de vijf choreografieën ook zwartgallig en verontrustend durft te zijn. Ruben Ameling en Aymeric Aude dansen een duet geïnspireerd op gebaren van driftige politici. Ze staan als gorilla’s tegenover elkaar en vliegen elkaar met priemende vingers in de haren.

De dansers dragen op hun aan stukken gereten maatpakken sensoren en camera’s, waarmee ze een virtuele wereld beïnvloeden. Daardoor lijkt het of ze in een schuilkelder zitten, waarin ze massa’s mensen op hopen wegvegen. Hun lichamen dansen in de video-animatie als skeletten op massagraven. De dansers zijn in Wereldleiders dienstbaar aan het rijke, volle beeldresultaat; je moet het bijna nog eens zien om goed op waarde te kunnen schatten.

Foto Wereldleiders: Hans Gerritsen