Met ronkende teksten vooraf moet je altijd oppassen. Je stuurt de verwachtingen van het publiek naar een plek die wellicht nooit bereikt wordt. Zo wordt de voorstelling Fear and Greed van de Canadese choreograaf en muzikant Frédérick Gravel aangekondigd met zinsneden als ‘elektriciteit die je bijna letterlijk door de ruimte voelt stromen’ of ‘rocken op je eigen existentiële crisis’. Ook wordt er ‘moeiteloos geschakeld’ en is de voorstelling ‘intiem en onverschrokken’.

Om met die laatste lekkermakertjes te beginnen: intiem en onverschrokken is het zeker. Maar het is de vraag of je daarvan getuige wil zijn. Of beter: wat de meerwaarde is van het onverschrokken tonen van je eigen kwetsbaarheid. Gaat het voorbij aan de eigen navel van de maker?

Gravel maakt het ons niet makkelijk. In de openingsscène zit hij op de grote lege speelvloer van het Grand Theatre op een leeg bierkratje. Alles aan zijn personage straalt desolaatheid uit. In zijn vaalwitte ondergoed waaroverheen hij een leren jasje met franjes aan de mouwen draagt heeft hij nog het meest weg van een verlopen rocker. Zijn voorzichtige bewegingen dragen vooral twijfel uit.

Vervolgens kruipt hij naar een gitaar waarvan hij de band onhandig over zijn hoofd schuift en verrast ons met een prachtig liefdesliedje.

Daarna volgen uiteenlopende scènes elkaar in rap tempo op. Scènes waarin het moeizaam zoeken is naar de onderlinge cohesie. Machteloosheid lijkt het dominante thema. Gravel herschikt de lampen op de vloer, trapt een stoel weg, gaat in dialoog met zichzelf. In die dialoog, waarin hij zijn angsten benoemt en hij zegt zich geen illusies te maken over de mogelijkheden van de kunst, wordt iets meer duidelijk over zijn intenties. Maar al die bedoelingen ten spijt lukt het hem niet ons mee nemen in zijn vertoog. De danssequenties zijn (bewust) onbeholpen, zijn hele motoriek is ostentatief theatraal.

Meeslepend wordt het gelukkig toch nog, met dank aan de intense, hypnotiserende muziek die de rockgroep onder leiding van Philippe Brault over ons heen blaast. Snerpende gitaren bovenop een granieten beat, subtiel ingekleurd met elektronische klanken. Die muziek lijkt ook Gravel te bevrijden. In een prachtige solo, waarin hij een keur aan dansstijlen mengt, overtuigt hij als de danser die hij zegt niet te zijn.

Op de valreep blijkt dan toch nog dat kunst de wereld wellicht niet kan veranderen, maar wel degelijk kan ontroeren. Of je in verwarring achterlaten. Hoewel Gravel dat niet voldoende zal vinden, gezien de staat waarin de wereld zich zijns inziens bevindt, is dat ook wat waard.

Foto: Niels Knelis