Is groter ook beter? Dat was de vraag die me gisteren bij het zien van Extremalism, de nieuwste voorstelling van Emio Greco en Pieter C. Scholten, bleef achtervolgen.

Groots was de entree in elk geval: een (gedeelde) wereldpremière in Koninklijk Theater Carré (‘wereldpremière’ nummer 2 is op 24 juni in Montpellier), een aankleding in herkenbare gouden en aardse tonen – met dank aan lichtdesigner Henk Danner en aan Henk Stallinga, die een lichtgevende aureool ontwierp – en een cast van ruim dertig dansers, van wie drie kwart van het Ballet National de Marseille, waarvan Greco en Scholten sinds 2014 directeur zijn, en de rest van hun eigen ICKamsterdam. Maar ja, voor een twintigjarig jubileum mag natuurlijk best worden uitgepakt.

Meer dan dertig dansers op het toneel is op zichzelf al imposant en al helemaal in de tegelijkertijd vervreemdende als rustieke uitrusting van kostuumontwerper Clifford Portier – simpele, lange gewaden en bizarre hoofdtooien die een kruising lijken tussen een bivakmuts en de witte dreadlocks van de kwaadaardige albino-tweeling uit The Matrix Reloaded. De eerste keer dat de dansers en masse bewegen in de herkenbare, rauwsensuele Emio Greco-stijl is ook al een belevenis op zich.

Toch is daar de nieuwigheid snel van af. Twee scènes zijn erg sterk: één waarin de dansers alleen op het ritme van hun ademhaling als één organisme dansen, een andere waarin ze in twee concentrische cirkels en op een dwingende beat om lichtend middelpunt en zanger Jodie Landau (in poncho) dansen. Op die twee na weten de overige scènes zich niet altijd even goed van elkaar te onderscheiden, zelfs al verdwijnen de dansers tussendoor van het toneel en wordt de lichtgevende aureool zo vaak omhoog en omlaag gehesen dat deze lijkt op een ufo die op zoek is naar een parkeerplek.

Extremalism gaat over een lichaam in (en tijdens) crisis. Maar over welke crisis welke scène nu gaat – overvloed of overbevolking, stress of uitputting? – is niet altijd even duidelijk. De individuen zijn op één hand te tellen: er is een mysterieuze gemaskerde vreemdeling met zijn duistere schaduw, de eerdergenoemde sjamaan-zanger, en een soort van duet. De rest van de dansers blijft vooral de rest, onderdeel van de massa.

En dat terwijl een van de grootste krachten van Greco en Scholten bij hun gezelschap ICKamsterdam juist hun unieke dansers zijn: de boomlange Victor Callens tegenover de kleine(re) Vincent Colomes, de bijzondere verschijning van Suzan Tunca en natuurlijk Emio Greco zelf. Allemaal dansers die, zelfs wanneer ze precies hetzelfde dansten, toch ieder voor zich opvielen.

Tunca, Colomes en Greco zitten niet in deze voorstelling (al heeft Greco in Denis Bruno wel een goede look-alike gevonden), maar in Extremalism raken zelfs dansers als Callens (hier niet eens de langste danser!) en Helena Volkov kwijt in de groep. Bedoeld of niet, dat voelt als een gemiste kans.

Foto: Alwin Poiana