Rood licht, het geluid van sirenes vermengd met drum-‘n-bass. Alle spelers trekken witte hesjes aan en geven een witte vlag door. Al snel gevolgd door een lamp, een koffer, een rolstoel, fotolijstjes, een luchtbed en een gitaar – allemaal roetzwart. Langzaam, maar steeds sneller, totdat iedereen reddeloos van voren naar achteren rent.

Het is eerste deel van de ijzersterke groepschoreografie waarmee Evacué besluit. Een voorstelling waarin de Arnhemse gezelschappen Introdans en Toneelgroep Oostpool dans en teksttheater samenbrengen met louter amateurspelers. En hoewel deze voorstelling is gemaakt als onderdeel van de vele activiteiten die 75 jaar na Operation Market Garden in en rond Arnhem worden georganiseerd, gaat Evacué echter niet zozeer over deze historische gebeurtenis, maar over het hier en nu, zonder dat verleden te negeren.

Hier is het minieme Coehoornpak, op een steenworp van het ultramoderne en wonderschone Arnhem Centraal – dat zelfs voor Nederlandse begrippen een extreem vertraagde oplevering kende, maar ‘Stenen zijn niet gestapeld voor de eeuwigheid’ klinkt al even waarschuwend tijdens de voorstelling.

En: ‘Dat was toen.’ – ‘Toen is nu.’

Deze korte zinnen zijn de sleutelzinnen van de tekst van Jibbe Willems en de kern voor de enscenering van choreograaf Adriaan Luteijn en regisseur Charli Chung. Alle personages zijn naamloos, onderdeel van een groep mensen in het Arnhem van de 21e eeuw plus een enkele dag. Allemaal krijgen ze bij aanvang dertig minuten om hun huis te verlaten en niet meer mee te nemen dan absoluut nodig is.

Maar wat heb je nodig? Daarover discussiëren de jongeren in een lange rij. Ze worstelen collectief met dezelfde vragen – wat is er aan de hand, is er wel wat aan de hand, waar moeten we heen. Een eigen gezicht krijgen ze doordat de een zich voortdurend druk maakt over het bereik van haar smartphone, een ander over de achtergebleven cavia, terwijl een derde hardnekkig blijft herhalen dat het maar een oefening is – waarop de hele groep, inclusief de oudere spelers die haaks aan de zijkant staan, haar toeroepen: ‘Dit is geen oefening!’

Zo ontvouwt zich een spel tussen individu en groep, waarbij tegelijkertijd iedereen in die groep, hoe kort ook, die groep kleur en geschiedenis geeft. Door het een voor een opnoemen van plaatsen die net als Arnhem verwoest zijn. Door het een voor een opnoemen van verschillende wapens van massavernietiging. Dit alles in ultrakorte scènes gemarkeerd door pieptonen, die soms uit niet meer bestaan dan een enkele zin als ‘Heeft iemand mijn moeder gezien?’

Dit alles wordt gespiegeld in de dans, waarbij de strakke groepschoreografie van de jongeren een neerslag krijgt in armbewegingen van de oudere spelers en de meer subtiele bewegingen van de ouderen worden overgenomen door de jongeren. Het elkaar ondersteunen, opvangen en weer op weg helpen staat centraal.

Precies dit is ook te zien in het tweede deel van de slotchoreografie, waarin jong en oud samenkomen, elkaar vasthouden als ze achterover dreigen te vallen, elkaar opvangen als ze ineen duiken. In het alarmerende derde deel rennen alleen nog de spelers met hulpmiddelen, de anderen staan stil.

Het is de opmaat voor een leeg speelvlak met daarop slechts de resten van onze beschaving, als op een na alle spelers met de rug naar het publiek staan. Wat volgt is een opzettelijk geschreeuwde monoloog en de directe confrontatie met het publiek.

Waar The Children, dat in de vorm van een klassiek toneelstuk een historische gebeurtenis met de huidige klimaatcrisis probeert te verbinden, tekortschiet, blijkt Evacué zeer effectief. Door een nieuwe vorm te vinden, die genres overstijgt, amateurs en professionals verbindt, het soepele lichaam koppelt aan het meer door het leven getekende én een gedeelde geschiedenis verbindt aan urgente wereldwijde problemen die van ons allemaal een evacué kunnen maken.

Eenmaal ‘veilig’ thuis bleek dat uitgerekend tijdens de première deze video van Greta Thunberg opdook. Toeval? Dit is geen oefening.

Foto: Bas de Brouwer

Lees hier onze bespreking van de tekst van Evacué (Jibbe Willems) in het dossier DeClaus Theatertekstkritiek.