De cinema heeft romantiek al op talloze manieren verbeeld. Onze verwachtingen en overtuigingen van wat liefde is, zijn geschapen door de grote verhalen uit Hollywood. Drie jonge acteurs (Judith van den Berg, Daniël Cornelissen en Thor Braun) nemen je in Alles wat liefde is in vogelvlucht mee door iconische filmscènes over de liefde. Ze leggen daarmee hun eigen idee van liefde en dat van het publiek onder de loep, met behulp van meerkeuzevragen en veel humor.

De Paradetent doet denken aan een zwoele zomer: roodachtig licht en overal bloemen en planten, de broeierige warmte van een uitverkochte tent en buiten de geluiden van zonnige festivalvreugde. Een goede sfeer voor een voorstelling over romantiek. De drie acteurs willen weten hoe het gesteld is met het beeld dat de mens tegenwoordig van liefde heeft. Ze leggen het publiek telkens twee of drie keuzes voor als antwoord op de vraag ‘Wat is liefde?’ Een willekeurige toeschouwer kiest en zij spelen een beroemde filmscène na die dat perspectief op de liefde uitlicht. Zo is er bijvoorbeeld ‘Liefde is onmogelijk’ (Brokeback Mountain), ‘Liefde is onvergetelijk’ (The Notebook) en ‘Liefde is een kostuumdrama’ (Pride & Prejudice).

Regisseur Charli Chung, voor wie het onderzoeken van de liefde een terugkerend thema is, laat zijn acteurs heerlijk overacteren. Ze spelen alledrie met veel humor en luchtigheid bekende blockbusterpersonages. Een komisch hoogtepunt is de ‘I’m flying, Jack!’-scène uit Titanic, waarin Braun een overtuigende karikatuur van de jonge DiCaprio neerzet en Cornelissen een wulpse Kate Winslet speelt. Van den Berg krijgt in iedere scène de lachers op haar hand, maar is het sterkst als de bekakte Elizabeth in Pride & Prejudice, die bij elk woord van Mr. Darcy opgewonden trilt.

Wat deze voorstelling boven een flauwe aaneenschakeling aan filmparodieën uit laat stijgen, is het karakter van de acteurs dat tussen de scènes door naar voren komt. Zij hebben elk een andere kijk op romantiek die ze mee willen geven aan het publiek. Van den Berg is het vertrouwen in de liefde kwijt. Ze is verbitterd geraakt door talloze gebroken harten en teleurstellingen. Ze probeert het publiek en haar tegenspelers te waarschuwen en pleit dus voor scènes over ruzies en relatiebreuken.

Cornelissen is de hopeloze romanticus. Hoe meer pijn de liefde hem heeft gedaan, hoe meer hij zich vastklampt aan het ideaal van de Hollywoodfilms. Hij gelooft nog in de romantiek van grote gebaren, maar daaronder schuilt de angst dat het allemaal een illusie blijkt te zijn. Braun is een stuk jonger dan zijn tegenspelers en nog nooit verliefd geweest. Hij heeft nog goede hoop, maar naarmate de voorstelling vordert, dreigt hij zijn geloof in de liefde ook te verliezen. Hij legt bij het publiek een verantwoordelijkheid neer die ook Hollywood steeds op zich neemt: om de voorstelling goed af te laten lopen, zodat we toch lachend weer naar buiten kunnen.

Er ontbreekt een drijfveer: waarom willen deze acteurs nu een voorstelling maken over de liefde? Het lukt daarom ook niet om de voorstelling uit te laten monden in een treffende conclusie. Het onderwerp is ook zo breed dat dat een onmogelijke taak is. Cornelissen verontschuldigt zich halverwege de voorstelling voor alle vormen van liefde die niet binnen het half uur naar voren kunnen komen, of die je sowieso nooit in films ziet. Het is een thema dat voor iedereen te groot is, en juist daarom zo interessant. Zelfs het repertoire van de acteurs is te groot voor een half uurtje: niet alle honderdtwintig keuzemogelijkheden komen aan bod, dus iedere voorstelling is anders. Het is een heerlijke formule voor een paradevoorstelling: luchtig met een gevoelig randje, fris en razendsnel.

Foto: Sanne Peper