Als we bioloog Thijs van Vuure van theatergezelschap Collectief Walden mogen geloven, dan is de helft van onze genen al gevormd in de baarmoeder van onze moeder, en zelfs ook weer in die van onze grootmoeder. Met andere woorden: hoeveel onafhankelijke persoonlijkheid bezitten we? De studie die dit verschijnsel onderzoekt heet epigenetica: de genetica die vooraf (‘epi-‘) gaat aan de genetica.

Collectief Walden maakt voorstellingen in het grensgebied tussen kunst en wetenschap. Meestal spelen ze op locatie, maar op uitnodiging van het onvolprezen initiatief Theater Na de Dam brengt het gezelschap de voorstelling En daar dan weer de moeder van in de Rode Zaal van  Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam. De verbintenis tussen de  Nationale Dodenherdenking en deze voorstelling is bijzonder: bioloog Thijs van Vuure betoogt in een hoorcollege over genen dat ieder van ons voor vijftig procent is voorgeprogrammeerd.

Op de zaalvloer ligt een reusachtig vel papier waarop historische data zijn vermeld, vanaf de Tweede Wereldoorlog tot aan de Nobelprijs voor Literatuur voor Bob Dylan, de moord op president Kennedy en de eerste maanlanding, De wetenschappelijke vraag die het theatercollectief zich stelt is in hoeverre schokkende, traumatische ervaringen van invloed zijn op iemands gedrag en karakter, en daardoor op iemands genen. Die geven ouders vervolgens weer door. Ja, hoe onafhankelijk zijn we? Bij entree worden de toeschouwers in drie groepen gesplitst: de jongste generatie krijgt plaats op het tweede balkon, de middelste op het eerste en de oudste generatie zit beneden in de zaal. Een mooie vondst, maar binnen de voorstelling wordt er niets mee gedaan.

In theatraal en vooral dramaturgisch opzicht schiet Collectief Walden nogal tekort. Vanaf het plafond hangen horizontale schermen met een vierkante uitsparing erin; een speler laat zich erdoorheen zakken als een bergbeklimmer en projecteert met een smalfilm Changing of the Guards in Londen op een scherm. Het waarom en waartoe hiervan is onduidelijk. De opname is uit 1973. Daarna vindt er in een nis achterin de zaal een lang gesprek plaats tussen dochter, moeder en grootmoeder. In dit filosofisch getinte onderhoud krijgt het fenomeen van de epigenetica gestalte: hoe geeft een moeder haar ervaringen door? Hoe spelen maatschappelijke gebeurtenissen in op individuen? De statische interviewvorm, waarin het drietal ver weg aan een tafeltje zit, is in theatraal niet echt spannend. Hoewel het beeld van de drie mensen ingeklemd in een benauwende ruimte wel weer betekenis heeft. Maar het is een losse scène en krijgt geen weerklank in het grotere geheel. Regisseur Eline Arbo had met de spelers meer dynamiek moeten opzoeken.

Collectief Walden is qua vorm zoekend tussen college en theater. Het verschanst zich in een academische aanpak. Het werken met de witte panelen, die van boven naar beneden zakken, is beslist een mooie vondst. Maar als je dit vergelijkt met een even jonge groep als De Theatertroep, dan wil je meer avontuur, meer sensatie en ook, eerlijk gezegd, meer zelfkritiek. Het is nogal keurig en braaf allemaal.

Na afloop van Theater Na de Dam was er in de Stadsschouwburg Amsterdam de bijeenkomst Nacht Na de Dam, met een keur aan artiesten, gepresenteerd door Erik Corton. Het publiek zit op het podium met vrij uitzicht op de zaal, die dankzij een ingenieuze en prachtige belichting telkens van sfeer verandert. Terwijl in Wageningen het Vuur van de Vrijheid werd ontstoken, traden in Amsterdam Adriaan van Dis op met een aangrijpende relaas over Nederlands-Indië en de ontberingen van zijn vader in de Tweede Wereldoorlog en zong de in Amsterdam geboren Turks-Koerdische zangeres en actrice Meral Polat schitterend met de band New Cool Collective. Poëzie van Judith Herzberg kwam verrassend veel voor, en terecht. Rosa Asbreuk las een gedicht voor over de moeizame omgang die we hebben met vrede. Eva van Manen is een belofte als zangeres, en daarvan legde ze in een mooi lied getuigenis af. Over vrijheid en onzekerheid gaat het, over hoe om te gaan met grote begrippen als oorlog, liefde: ‘Ik zing dit voor jou’ was het toepasselijke refrein.

Theater Na de Dam en Nacht Na de Dam kreeg om één uur ’s nachts een waardige afsluiting door de initiatiefnemers Jaïr Stranders en Bo Tarenskeen: het evenement groeit, maar dat is niet de eerste bedoeling. De bedoeling blijft om diepere betekenis te geven aan herdenken.

Foto: Mirte Slaats