Zijn interview in de TV Show met de Spanjaard Pablo Pineda-Ferrer – de eerste man met het Downsyndroom die een universitaire graad behaalde – zette tv-presentator Ivo Niehe aan tot het schrijven van zijn eerste toneeltekst. Het is dan ook een wonderlijk verhaal, vol hoop en optimisme. Ondanks alle conventies en heersende vooroordelen doorliep deze jongen tegen alle verwachtingen in met succes de middelbare school en studeerde vervolgens af in de ontwikkelingspsychologie. Het geheim is, zo opent deze musical, dat je niet moet leven met je ogen dicht, maar moet dromen met je ogen open.

Het verhaal van Pablo Pineda-Ferrer spreekt tot de verbeelding, en is in 2009 al verfilmd (Yo, también, waarin Pineda-Ferrer zichzelf vertolkt). In de musical Drs. Down! heeft Ivo Niehe het verhaal voor theater bewerkt en geplaatst in Nederlandse context. Pablo is Lucas geworden, gespeeld door Nando Liebregts. Zowel Lucas als diens beste vriend Tom (Rutger Messerschmidt) worden gespeeld door twee jongens met het syndroom van Down – afwisselend op de grote projectieschermen op het achtertoneel en live op de vloer. Helemaal conform de thematiek van het stuk: het is geen beperking, ze spelen hun personage oprecht en hun samenspel levert vaak een ontroerende schets van een bijzondere vriendschap op.

Een gezin (vader, moeder, zoon) krijgt een nakomertje, Lucas. Een jongen met een chromosoom te veel, blijkt al snel. Zijn moeder (Anne-Mieke Ruyten) houdt geen fractie minder van haar zoon, stimuleert hem waar ze kan en wil hem een zo regulier mogelijke (school)omgeving aanbieden. Zijn vader (Hugo Haenen), een stugge bankmedewerker, is cynischer, ziet er het nut allemaal niet van in. En Daniel (Gijs Stallinga), Lucas’ broer, voelt zich verwaarloosd nu alle aandacht naar Lucas gaat. Hij zet zich af waar hij zich maar tegen afzetten kan. Met dergelijk verwrongen verhoudingen binnen de gezinssituatie zou je bijna denken dat het drama zich vanzelf wel opdringt.

Maar het probleem van Drs. Down! zit hem in de ondermaatse toneeltekst. Ondanks de hulp van een gevestigde toneelschrijver als Dick van den Heuvel, trapt Niehe in vrijwel elke valkuil van een onervaren toneelschrijver. De dialogen zijn uitgesproken, veelal expliciet en laten niets te raden over. Met scènes zonder enige subtekst valt er voor de acteurs dan ook niet veel te spelen, en worden dialogen eenduidig en saai.

Bovendien heeft Niehe de neiging gehad om de interessantste, meest dramatische scènes consequent over te slaan. We zien hoe Lucas’ vader (overigens sowieso een vervelend personage, waarmee je je niet kunt identificeren) zich stug tegen zijn zoon keert, we zien ook hij hoe later zijn zoon verdedigt tegenover het schoolbestuur. Wat we niet zien is waarom en hoe deze man tot inkeer komt. De ontwikkeling van het personage, waarin we hem zien worstelen met zijn interne conflicten en hij dus een gelaagd personage wordt, krijgen we niet te zien. Resultaat: vlakke personages in een matig boeiend plotje.

Hetzelfde geldt voor de houding van de klas: de kinderen keren zich tot in het extreme tegen hun nieuwe klasgenoot, maar een paar scènes later is Lucas prompt geaccepteerd. Waarom? De dramatische dubbelheid, de spanning, de motieven van de groep om hun mening 180 graden bij te stellen, die het publiek in het beste geval op het eigen denken en handelen aanspreken, worden eenvoudigweg overgeslagen.

Het is ook jammer dat de vele liedjes – ondanks de mooie, goed uitgevoerde vocalen – op een enkele uitzondering na nergens in dienst staan van het verhaal. Het zijn vrijwel uitsluitend onderbrekingen, reflectieve momenten die volledig losgezongen zijn van het hier en nu. Deze ouderwets aanvoelende musical-insteek slaat het tempo volledig uit het stuk. Net als de vaak ongelukkig uitgevallen dialogen die de acteurs op de speelvloer met de geprojecteerde acteurs op de schermen hebben, bijvoorbeeld als Lucas’ ouders (live) het schoolbestuur van het middelbare college (projectie) moeten overtuigen van zijn komst. De interactie met de video-opnames loopt net niet strak, waardoor het onnodig houterig en knullig wordt. Regisseur Haye van der Heyden had dat toch wel kunnen voorkomen.

Jammer, want het stuk heeft een belangrijke, mooie premisse. Maar goede bedoelingen kunnen een productie niet overeind houden. De mooie scènes tussen Lucas en Tom, en ook de spannende aanzet tussen Lucas en zijn klasgenootje Eva (Sanne van Veen) zijn te summier. De moraal van dit verhaal is evident en lovenswaardig, maar wordt in de openingsmonoloog expliciet benoemd. Het publiek krijgt vervolgens een verhaaltje te zien dat aan die moraal niets, geen extra laag, tegenkleur of nuance, toevoegt.

Foto: Annemieke van der Togt