Goede voorbereiding is het halve werk, moeten ze bij De Marathon gedacht hebben. Een week voor de voorstelling kregen premièregasten een starterspakket thuis, compleet met rugnummer, trainingsschema, Marathon-zweetband en stukjes druivensuiker voor de energie. O ja, en met instructies voor de première: graag een trainingspak aandoen. De toon is gezet, en mocht de Musical Award voor beste marketingactie komend jaar worden ingevoerd, dan mag die alvast naar De Marathon. Maar de grote vraag is natuurlijk: maakt de voorstelling zelf het waar?

Een originele Nederlandse musical maken is een groter risico dan een productie importeren waarvan het succes al bewezen is, dat staat buiten kijf. Het is dan ook niet verwonderlijk dat áls er eens een nieuwe Nederlandse musical gemaakt wordt, er daarbij vaak wordt teruggegrepen op een film of boek die het goed gedaan hebben. Zo ook bij De Marathon, gebaseerd op de film van Diederick Koopal uit 2012. Nou kun je je afvragen: waarom een musical maken van een film die al zo leuk was? Want hoewel de musicalversie van De Marathon vermakelijk en bij vlagen ontroerend is, doemt juist die vraag op na het zien van de voorstelling.

De Marathon gaat over een bont stel ongetrainde Rotterdamse monteurs die het, gezien hun conditie, radicale besluit nemen de marathon te lopen om geld te verzamelen om achterstallige rekeningen te betalen. Wat volgt is een ruim drie uur durende voorstelling met veel dialoog. Die komt vrij langzaam op gang; pas tegen het einde van de eerste akte worden de eerste daadwerkelijke voorbereidingen voor de marathon getroffen. Een aantal nummers lijkt overbodig, zoals de opening die niets met het verhaal van doen heeft, en de solo van monteur Kees’ vrouw Jolanda (Lucretia van der Vloot), wier krachtige stem terecht niet onbenut kon blijven, maar het gospelnummer dat zij zingt komt uit de lucht vallen.

Maar er zijn ook nummers die eruit springen, zoals het door de mannen al zwoegend op loopbanden gezongen ‘Mijn lichaam is een tempel’ dat in een speelse choreografie het hoogtepunt van de voorstelling vormt. De innemende personages maken De Marathon de moeite waard en zorgen met hun platte Rotterdamse humor voor heel wat grappige momenten. De spil van de voorstelling is garage-eigenaar Gerard, een man waar je van gaat houden en die perfect wordt vertolkt door John Buijsman. Ook Jelka van Houten (wanneer krijgt zij weer eens een hoofdrol?) is hartverwarmend als zijn vrouw Lenie. Met haar getergde solo ‘Bloemen en gebak’ zorgt zij voor een van de meest ontroerende momenten in de voorstelling.

De Marathon is een leuke voorstelling, net zoals de film leuk was. In het programmaboek beantwoordt regisseur Job Gosschalk de vraag ‘waarom een musical?’ met ‘waarom niet?’. Het is aan het publiek om te beslissen of dat genoeg reden voor een bezoek aan het theater is.

Foto: Dim Balsem