Op de keeper beschouwd: theater is gewoon bedrog. Toch heel vaak. Iemand doet alsof hij of zij iemand anders is, en die iemand anders maakt iets mee, doet iets, denkt iets. En wij toeschouwers en toehoorders, wij gaan erin mee. Of niet. Dat hangt van de kracht af van degene die speelt, of beter, van hoe sterk zijn of haar manipulatie is. Maarten Westra Hoekzema onderzocht dit bij zichzelf. 

Hij speelt/is eerst een onheilsprofeet, dan een verleidingsgoeroe, en als laatste een prediker die (bewust?) twijfelt. Lukt het zijn gespeelde personages zieltjes te winnen? De drie monologen die hij de afgelopen jaren afzonderlijk speelde brengt hij nu samen in een drieluik, waardoor de aandacht meer naar de overeenkomsten en verschillen in stijl dan in inhoud gaat.

In 2010 bracht hij De openbaring. Toen kon hij nog uitpakken met het vergaan van de wereld volgens de Mayakalender op 21 december 2012. Iedereen weet dat die voorspelling niet is uitgekomen, en dat niet-gebeuren verzwakt natuurlijk de dreiging van voorspellingen over het einde der tijden. Dat en andere indianenverhalen laat hij nu vallen; hij slingert ons vooral bijbelcitaten naar het hoofd. Zoals een volleerd complottheoreticus of een gelovige creationist gooit Maarten Westra Hoekzema alleen maar feiten op zijn powerpoint die zijn stelling kunnen bevestigen, en dat in een snel tempo opdat de toehoorder geen kans krijgt om na te gaan of de feiten of de logica wel kloppen. Alleen het geloof in God kan redding bieden.

In De verleiding (2011) doen eerlijkheid en oprechtheid er niet toe als je succes (bij de vrouwen) wilt hebben. Als een vetbetaalde cursusleider/stand-up comedian geeft hij lessen in succesvol verleiden, hoofdstuk- en puntsgewijs. Relativerende humor wordt hier sluw als overtuigingsargument gebruikt. Ondanks de bevrijdende lach blijf je ook nu met een aantal vragen achter, al dan niet over je eigen gedrag.

In Testament (2013) is hij een prediker, maar bovenal een toekomstige vader die twijfelt. Existentiële en universele waarden en normen worden in vraag gesteld. Kan de mens die überhaupt ooit bereiken? In deze monoloog komt de twijfelaar naar boven, en is Maarten Westra Hoekzema het meest zichzelf. Hier is hij écht. Of toch niet?

Het drieluik bevat drie overtuigende monologen met drie totaal verschillende theorieën en gedachten(kronkels). De drie monologen heb ik de afgelopen jaren afzonderlijk meegemaakt en steeds konden ze me boeien. Ze overtuigden, ook net door de relativerende afronding in de epilogen. Hij ontkrachtte bijna wat hij allemaal gezegd had, en dat liet veel vragen achter bij de toeschouwer, en daar was het allemaal toch om te doen geweest. Nu brengt Westra Hoekzema die drie preken ingekort achter elkaar (waardoor de derde monoloog nu erg kort uitvalt). Hierdoor zijn niet meer alleen de afzonderlijke en verschillende inhouden van belang, maar richt de focus zich naar het gestelde onderzoek an sich: hoe kun je op een podium iemand overtuigen van wat dan ook?

Nu gaat de aandacht naar de aangewende stijlfiguren en retorische truukjes: spreek het publiek rechtstreeks aan, zorg in je benevolentia dat je persoonlijk bent, stel je kwetsbaar op (maar niet te), laat het publiek zich herkennen in situaties en gevoelens en in de gestelde (retorische) vragen, zorg voor aha-erlebnissen, wees snel in opsommingen en bewijzen. Persoonlijke tragische gebeurtenissen (de dood van een dierbare, gedwongen afscheid, verlies) doen het altijd goed. Maar zorg ook voor humor, van mild tot eventueel cynisch. En indien nodig: laat het publiek schateren, dan ram je de stelling die je verdedigt er snel in. Wissel af in hyperbolen, litotessen en metaforen, in franke snedigheid en calimerohouding. Om dan toch op het einde twijfel te zaaien, inhoudelijk maar ook stilistisch. Gespeeld of gemeend? Het doet er niet toe. Knap om te horen en te zien is het in ieder geval.

Foto: Saris & den Engelsman

Kunstkritiekcollectief De Zendelingen maakte over Drieluik van een twijfelaar een aflevering van Het Laatste Avondmaal, waarin zij Maarten Westra Hoekzema vlak voor de première zijn favoriete laatste avondmaal serveren, op voorwaarde dat hij terugblikt op het repetitieproces aan de hand van hun vragenkaartspel.