De premisse is niet mals: het Circus der Componisten wil in een half uur durende Paradevoorstelling álle wereldproblematiek oplossen. Niet via de politiek, maar met muziek. Uit verschillende windstreken zocht Parade-oprichter en accordeonist Terts Brinkhoff een muzikale troupe om een nummer mee te componeren waar iedereen zich in kan herkennen. (meer…)
‘Een naverteller is iemand die het kan navertellen.’ Soms moet je de zaken niet ingewikkelder voorstellen dan dat ze zijn. In De navertellers staan die ‘navertellers’ centraal – al speelt een van hen misschien een beetje vals. Op de Parade brengen ze een optimistische muzikale revue waarin persoonlijke anekdotes over ziekte, ernstige ongelukken en andere confrontaties met de dood centraal staan.
Terts Brinkhoff, Edie B. Wahr, Kees van der Vooren, Rob Boonzajer Flaes en Paul Prenen hebben allemaal op uiteenlopende manieren de dood in de ogen gekeken. De een viel van een ladder, de ander van een klif, daaromheen sloegen onverwachte ziektes wild in het rond.
Dat resulteert bepaald niet in een krakkemikkig oudemannenkwintet dat met voorspelbare (of voorstelbare) nostalgie terugdenkt aan vroeger tijden, toen ze het leven in vitale lichamen tegemoet traden. Integendeel: gehavend en gebutst maar met aanstekelijk plezier en een opvallende lichtheid, verhalen ze over hun ervaringen, waarbij ze zichzelf en elkaar vrolijk op de hak nemen. Een en ander wordt gelardeerd met een medicijnenloflied, vrolijk klarinetgeklungel en gezellige meezingers, want ja: uiteindelijk is die dood toch wat ons allen bindt, de ultieme meezinger die je maar beter vanuit optimisme kan benaderen en te vriend kan houden.
Het is allemaal wat voor de hand liggend in elkaar gezet en bij het (bewonderenswaardige) voornemen elke vorm van melodrama te pareren, is er wel heel weinig ruimte voor ontroering ingeruimd. Terwijl vooral Eddy B. Wahr laat zien dat je ook via de lichtheid de verstilling op kan zoeken, in een roerende monoloog waarin hij vertelt hoe hij tijdens het herstellen van een chemokuur, onder invloed van medicatie, hallucineerde dat hij op een boot in een rivier in Indonesië zijn ouders terugzag, in het huis waar hij geboren is.
De makers hebben het plan opgevat deze voorstelling uit te bouwen tot volwaardige zaalvoorstelling. Vooralsnog is De navertellers eerst en vooral een gezellig en lichtvoetig theaterhalfuurtje over de dood, uitermate geschikt als prettig maar veilig festivalintermezzo.
Foto: Erik van ’t Hof
toch mooi: vrolijkheid over de dood, is het dan nodig om dit te kwalificeren als ‘veilig’? Is dat niet een beetje zuur?
Huh, zuur? Ik heb, vind ik zelf, kritisch maar welwillend naar de voorstelling gekeken en vervolgens in deze recensie de voors en tegens in mijn ervaring tegen elkaar afgezet. Als dat al zuur is, beste Jos, dan mogen we straks alleen nog vijfsterrenstukken schrijven.
Dat wil niemand beste Sander; maar ik denk dan: mag iets ook gewoon ‘vooral een gezellig en lichtvoetig theaterhalfuurtje’ zijn? Is daar iets op tegen? Zuur is misschien inderdaad niet de juiste term, maar t is wat katterig of roept het gevoel op van de recensent-die-alles-beter-weet? Jouw recensies zijn altijd helder en op een fijne wijze niet elitair en ik vind zo’n kat dan ook eigenlijk zo niet bij jouw stukjes passen.
Inmiddels heb ik de hele voorstelling inmiddels gezien en ik begrijp deze recensie volledig. Het had bij een halfuurtje moeten blijven.
Ik zat met ongemak te kijken
Ik ben 85 en zoals te verwachten niet meer helemaal fit. Ik maak er het beste van en hoop dit tranendal lachend te verlaten. Hierbij word ik gehinderd door mijn
jammerende medemens, wat een zeikerds! Heb genoten van de voorstelling,
jullie hebben me aan mijn haren uit het moeras getrokken. Genoten ook van de
muziek. Feest!!