Het is een groot evenement, de traditionele WinterParade in de Zuiderkerk en later ook in de Grote of St. Bavokerk in Haarlem. Ruim drieëneenhalf uur zijn honderden mensen te gast bij een maaltijd, geserveerd aan meterslange houten tafels. Op die tafels vinden allerlei theatrale acts plaats. Ik ben geen culinair recensent en laat me niet uit over de kwaliteit van het viergangen menu, maar in theatraal opzicht is er beslist het nodige aan te merken.

De WinterParade wordt georganiseerd door Mobile Arts, die ook verantwoordelijk is voor het zomers rondreizend theaterfestival de Parade. Initiatiefnemer is de fantasierijke Terts Brinkhoff en de regie is in handen van Eva Bauknecht. Maar op de gehele WinterParade-avond bekeken is het aandeel muziektheater, dans en theater wel erg weinig. Tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht (eendenbout) ligt een interval van anderhalf uur en dat is erg lang. Drie kwartier theater maximaal is wat de avond uiteindelijk brengt.

Toegeven: de sfeer in de Zuiderkerk is bijzonder uitgelaten. Veel bedrijven gebruiken de WinterParade voor een uitbundig bedrijfsuitje, zo vlak tegen kerst. Gastheer Yorick Heerkens spreekt de bezoekers toe op een enthousiasmerende manier. Hij heeft het over kerst, saamhorigheid, bij elkaar horen, aandacht voor elkaar. Als mantra dient een tekst van dominee Gremdaat: ‘Soms heeft een mens enorm veel zin, maar weet bij God nog niet waarin.’ Dat is een mooi mantra.

Maar nu het theater. Op verzoek van de WinterParade componeerde Harry de Wit een koorlied, Koorwerk geheten, dat door Brinkhoff wordt begeleid op klokken en accordeon. Het publiek mocht op de openingsavond meedoen op het klokkenspel en meezingen. Het geluksgevoel was overstelpend. Wat PIPS:Lab daarna precies wilde, was ten enenmale volkomen duister. Bezoekers moesten op de tafel gaan liggen als een levende kerstboom, ze kregen naalden van schuimrubber toegeworpen en er werd een film geschoten. Maar wat het nu te maken had met het befaamde en wrede sprookje Meisje met de Zwavelstokjes blijft volkomen onduidelijk. Dan was er dans van de LucyOnes: twee dansers in het zwart brengen met BLCK & BLOOH een soort strijd van westerncowboys met schitterende, dwingende passen en een dans als een revolverduel.

Het beste is Club Gewalt met de Winterprada // A Story About Two Sista’s and a Brada. Met grote inzet brengen de drie performers, schitterend gekleed in wit glanzend-plastic, een rauw verhaal over een broer en zijn twee zusters. Deze fashion operette heeft het zeker in zich later uit te groeien tot een theaterhit, mede door het absurde taalgebruik in een mengeling van Nederlands, Engels en Duits. Mooie zinnen noteerde ik, zoals: ‘Is this my real life / Is this just vanity / Caught in this welvaart.’

In dit volstrekt persoonlijke idioom is Club Gewalt het onbetwiste hoogtepunt. Maar de gehele samenstelling had echt meer theater mogen en moeten bieden. Dat het een event is, blijft ontegenzeggelijk: als de uitvoeringenreeks ten einde is hebben duizenden mensen de WinterParade kunnen bijwonen. Het is een vorm van culinair belevingstheater die een grote aantrekkingskracht heeft op het publiek in deze donkere dagen.

Foto: Doris Zijlema