De Hand van de Meester heet het programma waarmee Het Nationale Ballet het nieuwe seizoen opent. Meesterchoreograaf Hans van Manen is dit jaar tachtig geworden en dat moet gevierd worden. Het vorige seizoen werd afgesloten met een feestelijk gala, nu volgt deel twee van de party: een selectie van vier veelgeprezen balletten. Het is de avond van de mannelijke danser.

Eerst krijgt Casey Herd de Alexandra Radiusprijs uitgereikt. Zijn dank gaat uit naar alle vrouwelijke danspartners waarmee hij het podium deelt, zijn moeder die hem de balletbeginselen bijbracht, en het orkest: ‘Ik vind het heerlijk om op jullie muziek te dansen.’ Holland Symfonia kampt met een forse korting op het budget, maar blijft de dansers de komende jaren begeleiden. Applaus.

Van Manen mag dan al meer dan vijftig jaar choreograferen, hij is en blijft een danser in hart en nieren en in de studio doet hij de passen nog altijd voor. Daarom is het mooi dat de avond begint met de compilatie van filmbeelden waarop hij dansend getuigt van zijn muzikaliteit, humor en onmiskenbare swing.

Muziekcomposities liggen altijd aan de basis van Van Manens creaties – deze avond zijn het allemaal werken voor strijkers – maar de grootste bron van inspiratie vormen de dansers met wie hij werkt. Dat geldt zeker voor Four Schumann pieces, het ballet dat hij in 1975 bij het Londense Royal Ballet maakte. De danser in kwestie was Anthony Dowell, de man met de mooie lijnen en indrukwekkende draaien. Rudolf Nureyev, Han Ebbelaar en Boris de Leeuw mochten de rol later ook vertolken en vanavond is Matthew Golding aan de beurt. Deze laat zien dat hij ook een op en top Van Manen-danser is. Zelfverzekerd, viriel, met grote helderheid en intensiteit bewegend, in spierwit en nauwsluitend kostuum, de armen breeduit en de borstkas naar voren – Golding vult het podium met allure. De vijf paren om hem heen dansen voortreffelijk, maar hij is de onbetwiste blikvanger.

Ook Jozef Varga en Remi Wörtmeyer (in Frank Bridge Variations) zijn zeer overtuigend in de Van Manen-stijl. Varga paart trefzekerheid aan bescheiden maar prinselijke gratie. Wörtmeyer combineert precisie met lichtheid; hij neemt zijn passen serieus en weet ze tegelijkertijd een relativerende touch mee te geven. ‘Prachtige dansers,’ roemde de meester zijn muzen na afloop. ‘Het Nationale Ballet danst mijn werk het beste van alle gezelschappen in de wereld.’

Al met al een openingsprogramma dat onthult welke mooie dansers het gezelschap dit seizoen in huis heeft, ook al hebben veel beauties het tableau onlangs verlaten. Bovendien biedt het tegenwicht aan alle sylfiden, zwanen en Giselles die in het negentiende-eeuwse sprookjesrepertoire over de dansvloer zweven. De meesterchoreograaf laat zien dat de dames ook indruk kunnen maken als zij met beide benen stevig op de grond blijven en dat de heren heel goed in het middelpunt kunnen staan.

(Grosse Fuge – Het Nationale Ballet  foto: Angela Sterling)