Het imaginaire postapocalyptische landschap dat het Oekraïense gezelschap Opera Aperta schetst in CHORNOBYLDORF heeft anderhalf jaar na de première in Kiev een extra duistere lading gekregen. De opera schetst een wereld die weggevaagd is door nucleaire vernietiging. Restanten van de mensheid vinden toenadering tot elkaar en de natuur in een potpourri van verschillende culturen.

Sinds de uitvinding van de atoombom is het beeld van een postapocalyptische samenleving drastisch en onherroepelijk veranderd. Waar voorheen het einde van de samenleving veelal verbeeld werd als een wereldwijde plaag of het Bijbelse einde der tijden, werd na het bombardement van Hiroshima en Nagasaki in 1945 nucleaire destructie een van de meest voorkomende scenario’s voor het einde van de mensheid. Dat nam nog verder toe na de Chernobylramp in 1986, waarbij de reactor van een kerncentrale in de voormalige Sovjetunie ontplofte en een radioactieve rookwolk zich verspreidde over een flink deel van het huidige Oekraïne en Belarus.

De Oekraïense regisseurs en componisten Roman Grygoriv en Illia Razumeiko situeren de postapocalyps van CHORNOBYLDORF in de verre 27e eeuw. Een groot deel van de wereld is dan vergaan door een nucleaire ramp, veroorzaakt door de superkerncentrale Chornobyldorf – vernoemd naar de vergane kerncentrale in Chernobyl en de kerncentrale in het Oostenrijkse Zwentendorf, die door een bindend referendum nooit in werking is getreden.

De vorm combineert live opera met een virtuele installatie en video-performances. De beelden werden vastgelegd tijdens expedities door een postindustrieel landschap, rondom twee fictieve instellingen: het Antropologische Museum en het Culturele Instituut van CHORNOBYLDORF. Zoals de naam van het gezelschap al doet vermoeden, is CHORNOBYLDORF een perfect voorbeeld van een ‘open kunstwerk’ zoals beschreven door cultuurfilosoof Umberto Eco in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het dwingt de toeschouwer een actieve houding aan te nemen en zelf betekenis te geven aan het werk.

Het narratief van CHORNOBYLDORF is ambigu, associatief en bij vlagen nauwelijks te volgen, maar daarin ligt juist de kracht van deze multimediale, interdisciplinaire opera. Net zoals de mensen van de 27e eeuw zoeken naar betekenis in vergulden moederborden, overgeleverde muntstukken, onderdelen van muziekinstrumenten en verschillende muziekstijlen en libretti, dwingt het gebrek aan een concreet, samenhangend narratief het publiek om zelf betekenis te geven aan de uitkomsten van deze archeologische zoektocht.

De postapocalypstische sfeer vindt een sterk fundament in de muziek. Grygoriv en Razumeiko, die zelf ook deel uitmaken van het orkest, maken in hun compositie gebruik van traditionele volksinstrumenten zoals de Mongoolse morin-khuur, de Oekraïense bandura en de Japanse shakuhachi, maar transformeren hun geluid door ze op niet traditionele wijze te bespelen. Door dit te combineren met een unieke percussie-installatie (ontworpen door Eugen Bal) en de zogenaamde Rheapianola die middels algoritmen werkt (Winfried Ritsch), ontstaat een schitterende, futuristische, bij vlagen onheilspellende en unheimische soundscape die een intrigerend contrast vormt met de traditionele volkszangen en teksten.

Verreweg het interessantste aan CHORNOBYLDORF zijn dit soort combinaties. Bestaande kunstwerken en beelden uit verschillende tijden en culturen worden non-hiërarchisch naast elkaar geplaatst om zo een gesamtkunstwerk te creëeren met een expliciet egalitaire boodschap. Traditionele Oekraïense volksmuziek uit de verwoeste Polissia-regio rond Chernobyl wordt gezongen naast keelzang uit de Yangqin-regio in China, videobeelden van Brezjnev zijn te zien naast beelden van de spelers gekleed als hoflieden uit achttiende-eeuws Versailles, Arabische liederen klinken naast delen uit Orfeo ed Eurdice en een klassieke canonzang van Vader Jakob door het gehele ensemble gaat feilloos over in een keihard technofeest waar het hoofd van Lenin als discobal gebruikt wordt.

Door dit te situeren in een postapocalyptische wereld waar de grenzen tussen landen en de arbiters van hoge en lage kunst niet langer bestaan, en dit in de vorm van een opera te gieten, hét schoolvoorbeeld van tradionele, westerse ‘hoge kunst’, toont CHORNOBYLDORF hoe arbitrair, onzinnig en bovenal hoe beperkend het is om kunst zo hiërarchisch te benaderen.

CHORNOBYLDORF is een draak van een voorstelling die het publiek meeneemt in een wervelwind aan rituelen, schitterende landschapsbeelden, imposante zangstukken en geluiden. Het is ruim twee uur anarchistische punkopera in de puurste zin van het woord: egalitair, antiracistisch, pro-gendergelijkheid, antiautoritair en non-conformistisch. Een keiharde, compromisloze middelvinger naar het establishment waar de liefde voor kunst in al haar vormen en facetten vanaf spat.

Foto: Valeriia Landar