In de muziektheatervoorstelling Blackbird – Rebirth gaat Hendrik Aerts de confrontatie aan met het noodlot. De theatermaker brengt verstilling en bombast op schurende wijze samen.

Na jarenlang verbonden te zijn geweest aan het NNT, lanceerde theatermaker Hendrik Aerts dit jaar zijn eigen stichting moON productions. Zijn eerste voorstelling, Blackbird – Rebirth, baseerde de maker op de dood van zijn goede vriendin Linda Olthof, die twee jaar geleden werd vermoord. Hoe ga je om met een noodlot dat zó wreed is?

Het eerste dat opvalt aan de voorstelling is de vormgeving. Talloze flessen met zand hangen boven het toneel, waar al een klein laagje aarde overheen ligt. Daarnaast wordt je oog meteen getrokken naar vier stoffen zakken die veel van lijkhoezen weghebben. Aerts zelf zit voorovergebogen op een bankje aan de zijkant, stil, zwijgend. De inzet van de voorstelling is snel duidelijk, ook als je de achterliggende feiten niet kent.

Blackbird – Rebirth verenigt twee schijnbaar onverenigbare invalshoeken: de verstilling van Aerts’ poëtische overpeinzingen aan de ene kant, en het bombast van de popoperateske composities van Jonathan Bonny aan de andere kant. Violist en zangeres Diamanda Dramm heeft vanwege haar verschijning en kostuum de uitstraling van een cherubijn, en functioneert zo als een verzachtende aanwezigheid ten opzichte van de doodsstrijd die Aerts met zijn woede en verdriet levert – tot ze in Björk-achtige zangpartijen ook een duisterder register aanboort.

De spanning en chemie tussen de twee performers stelt de voorstelling in staat om een gelaagd en spannend beeld van een rouwproces te geven – Dramm is ook te zien als de afwezige Olthof die nog in het hoofd van Aerts rondspookt, en die hij (nog) niet wil loslaten.

Tegelijkertijd schiet de voorstelling af en toe te ver door in het grote gebaar. De samenkomst van de heftige muziek en het neerstortende zand trekt Blackbird – Rebirth op een gegeven moment net te ver richting kitsch. Het gevoel bekroop me dat de esthetiek van de voorstelling meer gebaat zou zijn geweest bij de grote zaal, of de open ruimte van een locatievoorstelling, dan de vlakke vloer waar ik het zag; de subtiliteit die de nabijheid van een middenzaal vereist vloekt met de overweldigende emoties die Aerts kanaliseert.

Hoewel de voorstelling zo van de weeromstuit net te veel afstand creëert, blijft Blackbird – Rebirth bijzonder de moeite waard, een kwetsbare en weerbarstige dialoog met het noodlot.

Foto: Niels Knelis Meijer