“Ik ben geworden. Ik ben verwekt. Ik ben ontstaan. Ik ben gegroeid. Ik ben geboren.” Zo begint Zelfbeschuldiging van Peter Handke. Later volgen uitspraken die je wel als beschuldigingen kunt zien, maar alles bij elkaar is het mens zijn genoeg reden voor de spreker om allerlei tekortkomingen op zijn schouders te laden. “Ik ben te langzaam geweest. Ik ben te snel geweest.” We schieten altijd tekort. Dat hoort erbij. Zoals Neruda schreef: “Ik beken ik heb geleefd”.

De Poetic Disasters Club is het talentenvijvertje van de noordelijke theatermakers Club Guy & Roni. Ze werden vorig jaar al losgelaten op De Parade, waar ze zich eerder uitleefden met Kaspar en Publikumsbeschimpfung van Peter Handke. Self accusation – de club speelt de eigen bewerking van het spreekstuk in het Engels, met Andy Smart als spreker – maakt het Handkedrieluik compleet.

De groep behandelt de tekst als uitgangspunt voor een partituur. Als de Paradetent opengaat, zit Jonathan Bonny van onder veel meer Slagwerk Den Haag te drummen op het gelaagde podium. Later laat hij hetzelfde ritme in een heftig stuk uitbarsten. Smart is ook een verdienstelijke zanger, die behalve een existentieel gegrom ook een aria in huis heeft.

Tussendoor komen uiteenlopende bewegers binnen, die allerlei schijngestalten van de mens vertegenwoordigen: een ranke ballerina die spitzen combineert met rauwe kreten, een feeërieke verschijning in het wit met sidderende handen, blote mannen met maanachtige aureolen waar blond haar uit golft, een zwartbebaarde engel.

Vergeleken met Kaspar heeft regisseur Hendrik Aerts Self accusation meer interne samenhang gegeven, maar zonder dat dat ten koste gaat van het associatieve, expressionistische en grillige waar de groep eerder mee verraste. In al zijn uitersten krijg je daardoor een evenwichtigere voorstelling. De muziek is al even verrassend, van subtiel tot grof geweld, van punk tot barok.

De performers gaan verder als Teddy’s Last Ride. Het systeem van talentontwikkeling werkt dus, met dank aan Club Guy & Roni.

Foto: Lex Vesseur