Op de flaptekst van mijn editie van James Purdy’s Nauwe ruimten (Narrow Rooms – vertaling Graa Boomsma) staat een citaat uit The New Yorker. ‘This is a perfect moment for Mr. Purdy to leave the United States.’ De context van het citaat ken ik niet maar je kunt je er iets bij voorstellen. Niet omdat de roman gaat over de liefde tussen vier mannen in een afgelegen dorpje, wel om de manier waarop die liefde wordt beleefd. Die is snoeihard, doortrokken van schuldgevoel en machtswellust en vol sadomasochistische momenten. Je kunt de term ‘allesverzengende hartstocht’ bij Purdy niet letterlijk genoeg nemen. Er wordt gemarteld (‘Met zijn knieën in zijn rug rukte hij zijn broek af. Roy diende hem methodisch en dromerig de ene nekslag na de andere toe, tot Gareth begon te stuiptrekken.’) én zijn personages martelen zichzelf. Niet voor niets schreef Boomsma ooit dat ‘bij Purdy op z’n best Gerard Reve verbleekt tot een preutse poseur’.

Met Narrow Spaces maakte theatermaker Hendrik Aerts met zijn moON Productions een voorstelling waarvoor hij zich liet inspireren door het werk van Purdy, met name door zijn Narrow Rooms. Voor de tekst elimineerde schrijver Nic Bruckman het grootste gedeelte van het boek, waardoor we het moeten doen met een serie losse scènes die cirkelen rond de thema’s schuld, liefde en geweld. Dat levert een aantal aangrijpende scènes op maar door het ontbreken van het narratieve element blijft het moeilijk grip te krijgen op het geheel.

Irritanter is het dat de ‘gruwelijke’ scènes, o zo cruciaal voor Purdy, met de mantel der liefde zijn bedekt. Een klein straaltje bloed en een in nevelen gehulde kruisiging, daar blijft het bij. Lichaam en geest vallen bij Purdy samen, een litteken herinnert je blijvend aan een gefnuikte liefde. Bij Aerts lijken ze bijna een bijzaak, hoe fysiek zijn adaptatie ook is en hoe aangrijpend hij de liefde in beeldende scènes weet te vangen. Zo is de scène waarin de aan een rolstoel gekluisterde Gareth (Benoît Couchot) door Sidney (Mika de Pee) met voorgekauwde stukjes brood wordt gevoerd hartverscheurend mooi.

Aerts heeft de voorstelling gemaakt als een work in progress. Losse delen zijn al eerder gepresenteerd en zijn nu voor het eerst te zien als één geheel. Dat proces lijkt zich te wreken. Het zicht op het overkoepelende verhaal is erdoor teloorgegaan. De voorstelling wil maar niet méér worden dan de som der delen, waarvan sommige geslaagd en andere ronduit mislukt zijn. Zo staan er tegenover een aartslelijk gezongen lied een paar prachtige nummers (gecomponeerd en uitgevoerd door Marko Ivic), waaronder één waarin de echo klinkt van – heel toepasselijk – Bronski Beat’s Smalltown Boy.

Het toneelbeeld is zonder opsmuk: een lege vloer bedekt met aarde. Een compliment is op zijn plaats voor lichtontwerper André Pronk, die bescheiden maar zeer adequaat elke scène van de juiste sfeer voorziet. Maar dat laat onverlet dat de eerste regisseur nog moet opstaan die van Purdy’s oeuvre een voorstelling weet te maken die recht doet aan de sfeer van zijn werk.

Foto: Sjoerd Derine