Vier jongeren staan op het balkon van hun flat, het is de tijd van de avondklok. Bims noemen ze de plek waar ze wonen, de geliefde naam voor de Bijlmer ofwel Amsterdam-Zuidoost. Hun wortels liggen in Mama Suriname, maar ze zijn opgegroeid in de Bims, in Papa Nederland. Hier liggen herinneringen, hier werden ze voor het eerst verliefd. Ze willen er nooit weg. Maar de gemeenteraad heeft een besluit genomen… de flat wordt afgebroken.

Zo heet de muziektheatervoorstelling ook, Bims. Regisseur Priscilla Vaudelle van LostProject brengt met muzikanten en acteurs een lofzang op de Bijlmer, de meest verguisde maar ook meest onbekende wijk van Amsterdam. De Bijlmer, deze wijk van ‘slechte architectuur’ zoals een van de personages zegt, telde bij de bouw eind jaren zestig 40.000 woningen. Leegstand volgde. Bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 trokken Surinamers in de Bijlmer, in flats als Gliphoeve en Kruitberg (de latere plek van de Bijlmerramp). In een fraai ontworpen decor (Niek Kortekaas) dat de grijze, betonnen balkonranden toont en op een vloer met de honingraatvorm van de wijkplattegrond speelt Bims zich af.

Na een korte, historische introductie brengen spelers Georgiefa Boomdijk, Ryan Pinas, Erwin Kiene en Lady Shaynah begeleid door live muziek van Sophie Anglionin wervelend muziektheater. Het Bims-verhaal dat zij vertellen toont voor alles onderlinge verbondenheid met de plaats waar zij wonen. Hun ouders koesteren weliswaar herinneringen aan Suriname, voor hen vormt de Bijlmer de cruciale plaats.

In een mooie scène waarin ze het spel spelen ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet…’ roepen ze de plekken op die allang niet meer bestaan, zoals een jongerencentrum en een lagere school. Er is ook onzekerheid: zangeres en actrice Georgiefa Boomdijk en Lady Shaynah hebben een dialoog over hun uiterlijk en Shaynah speelt, zittend op de balkonrand, een erotisch getinte scène die vooral prachtig poëtisch is. Ook het snuiven van cocaïne komt langs, maar als waarschuwing: doe het niet, cocaïne heet niet voor niets ‘white trash’. De Bijlmer: dat is ook de schittering van stiletto’s in het maanlicht, het is ook een beladen plek. Maar glorie overheerst in Bims. 

Er is nog meer: in de Bijlmer speelt racisme zich af en gentrificatie ligt op de loer. ‘Mijn huid is donker, mijn haar is zwart,’ klinkt het als een trots lijflied. En als hun flat wordt afgebroken, komen er onbetaalbare dure woningen voor in de plaats. Speler en choreograaf Erwin Kiene, die weergaloos danst trouwens, belooft zijn vader te helpen. Ryan Pinas speelt erg mooi een verlegen schooljongen. Met Kiene maakte Vaudelle eerder Game over, ook al zo bijzonder. Bims staat niet op zichzelf, het vormt het begin van een grootse musical waarvan Vaudelle droomt en waaraan ze begon tijdens de lockdown.

De toon is overtuigend gezet: als aan het slot brieven van de woningbouwvereniging komen dat de flat gesloopt gaat worden, slaat de paniek toe: de jongeren moeten weg, ‘waar moeten we heen?’ Een zwart-wit foto toont de Bijlmer bij nacht en langzaam begint het beeld te kantelen en aan het slot klinken dreigende geluiden, als van sloophamers.

Na het zien en vooral beluisteren van Bims met zoveel geweldige songs is duidelijk dat de musical er moet komen, dit is prachtig materiaal en zoals Vaudelle na afloop zei: ‘Stuur ons alle verhalen toe.’  Vaudelle werkt samen met componist Alvin Lewis en songrwiter Glen Faria, allebei geworteld in de Bijlmer, die de lofzang muzikaal vormgeven. Het klopt, de Bijlmer dat is óók glorie. In het slotbeeld balanceren de spelers op de flats die getekend staan op de bouwplattegrond. Het is alsof ze eroverheen lopen, wankel, de armen gespreid. Wat een mooi symbolisch beeld.

Foto: Dave van Hout