Verdrinken is een verraderlijk langzaam proces. Wanneer we het doorhebben, is het al te laat. Performancecollectief La Isla Bonita waarschuwt voor een fictieve verdrinkingsdood, maar doelt op het veel reëlere onheil van klimaatverandering. Gelukkig gooien vijf hydrofeministische zeemeerminnen ons een filosofische reddingsboei toe. Atlantis is een fantasierijke uitnodiging om waterig te denken en te beseffen dat alles met alles verbonden is.

Zeemeerminnen mogen dan niet bestaan, maar hydrofeminisme wel. Filosoof Simon(e) van Saarloos, die voor Atlantis een randprogramma verzorgt, schreef er vorig jaar een artikel over in De Groene Amsterdammer. Ze beschrijft hydrofeminisme als een stroming die voorbij gaat aan hokjesdenken en water als een metafoor hanteert voor een meer beweeglijk en vloeibaar perspectief op de wereld. En hoe wij mensen met onze wereld omgaan.

Zo beweeglijk en vloeibaar zijn de zeemeerminnen van La Isla Bonita niet, als we ze bij aanvang op een rots treffen. Met krampachtig uitgestrekte staarten proberen Luit Bakker, Milou van Duijnhoven , Mirthe Labree, Aukje Schaafsma en Lisa Schamlé te zingen, maar uiteindelijk wordt het een dissonante klaagzang. Als vissen op het droge werpen ze zichzelf op de grond en klimmen moeizaam in rolstoelen. Het patriarchale archetype van de bekoorlijke zeemeermin wordt hier effectief om zeep geholpen en maakt plaats voor iets interessanter. We zien vreemde wezens die niet kunnen overleven in de vervuilde wereld van mensen, en hen uitnodigen in hun onderwaterwereld.

Die onderwaterwereld bestaat uit verschillende dieptes, waarin ook de zeemeerminnenfilosofie verder wordt uitgediept. Wij als publiek kunnen met gebaren aangeven of we terug willen of dieper willen duiken. Boven water wordt de oceaan vastgesteld als een metafoor voor vloeibaarheid en transformatie. Eenmaal onder water zien we een speels vormgegeven wereld met klassieke muziek, opblaasbare oesters en meerminnen op wieltjes die knullig door de ruimte ‘zwemmen’. Een van hen zet de vloeibare zee tegenover het begrensde menselijke lichaam, waarmee de mens zich afsluit voor de grotere wereld om zich heen.

Naarmate er dieper ‘gedoken’ wordt, wordt het toneelbeeld donkerder. Op een projectiescherm zien we dat de meerminnen inmiddels duizenden kilometers onder water zijn gedoken. Mensen kunnen er niet leven, maar hebben er wel het leven van anderen verwoest. Klimaatverandering komt op de voorgrond wanneer een opblaas-oester zich schreeuwend beklaagt over het verzuren van de oceaan. Die paar plastic zakken die we laten staan, zijn niet genoeg om de zee te redden, zegt ze. Om echt te veranderen is een radicale omwenteling in denken nodig.

Op het laagste punt is de kommer en kwel compleet. Er is geen zonlicht meer, en enkel ruimte voor lichtgevende organismen. Ook hier zorgen de vrouwen van La Isla Bonita en regisseur Paul van der Laan voor een simpel, maar fantasievol toneelbeeld. Met wat lampen en fluorescerende gelpotjes zien we flarden van wat er op het podium gebeurt. Een van de zeemeerminnen transformeert op pijnlijke wijze in een mens en rent radeloos in het rond. Een ander vormt een vreemde hybride van een vissenstaart en mensenbenen. Hier is de mens niet de absolute maat waarmee alles gemeten wordt, maar een van vele elementen, die allemaal in elkaar overvloeien.

Met vijf zeemeerminnen in vol ornaat valt er genoeg te lachen in Atlantis, en daar maken de performers van La Isla Bonita gretig gebruik van. Onder de oppervlakte schuilen echter interessante vragen over de toekomst van de mens in een wereld die steeds minder bewoonbaar wordt, en het perspectief dat aangenomen kan worden om een omwenteling te maken. Waterig denken klinkt wat vaag, maar La Isla Bonita laat zien dat het helemaal niet zo’n gek idee is.

Foto: Bas de Brouwer