Het gaat niet door. De tent is opgebouwd, de lampjes branden, er ligt vers zaagsel en de performers hebben zelfs tijdens de afwas nog gerepeteerd. Maar het gaat niet door. De pandemie heeft alles stilgelegd. En de tractor was al een sputterende kleine ramp op wielen, de woonwagens waren al lek, het orkest al terug naar huis. Deze ramp doet de deur dicht.

Applaus van Circus Ronaldo, gezien tijdens coronaproof Afzender Boulevard, vangt de droeve tijdgeest in een stilgevallen circus. De rondleiding door de oude wagens en tent vormt een melancholische verbeelding van alles wat er tijdens de coronacrisis wringt, pijn doet en op omkukelen staat in het podiumkunstenveld.

‘Het was een heel bijzondere tijd hoor’, mijmert de droeve clown (Danny Ronaldo) naast het sterfbed van zijn kompaan. Hij kijkt ons, de drie bezoekers in zijn half ingepakte en half vermolmde woonwagen, indringend aan. Het ‘hoor’ aan het einde van zijn zin zegt: u weet dat waarschijnlijk niet, het is aan u voorbijgegaan, maar ooit werd een clown zeer gewaardeerd om wat hij als geen ander kon. Hadden we maar meer van deze clown gehouden, met zijn overmaatse schoenen en mondharmonica. Met zijn traan onder zijn oog en zijn grote rode lach. Dan lag hij hier nu niet te sterven met een lachband naast zijn bed. Waren we maar met meer mensen komen kijken, lachen, applaudisseren.

Dat is wat een publiek doet: geven. Zonder iemand die kijkt, kan de performer geen performer zijn. Hij kan niet zijn wie hij is als hij niet doet wat hij moet doen. Bewijs daarvoor levert de depressief geworden circusdirecteur (Karel Creemers) die al te lang geen aankondiging meer heeft gedaan als spreekstalmeester. Mag hij ons misschien eens aankondigen, het zou hem zo gelukkig maken? Ondanks de fantastische naam die onze groep krijgt, Ensemble Heureux, bakt de man er tot drie keer toe niks van; zijn timing klopt niet, hij ratelt maar wat en noemt onze naam te snel, hij scharrelt op zichzelf mopperend terug door de gordijnen en probeert het nog eens. Zo kalft de waardering op de bankjes rond de piste al snel af.

In alle zeven scènes waar je in groepjes langs wordt geleid (de regie is van David Ronaldo) zit het hele vak van artiest; het vertellen van een verhaal, het op reis zijn, het dag-en-nacht repeteren om de kunst te perfectioneren en met iets innovatiefs te komen, het kleine bedrog van de illusie, de hoop en montere dadendrang van een jongere generatie. De vorm van een haast spookachtig oud circus geeft de pandemie waardoor de show heeft moeten sluiten iets universeels: nu is het covid-19, maar dat had ook de pest of cholera kunnen zijn.

De tragiek zit hem in het verval; niet alleen van de spullen maar ook van de onderlinge verhoudingen. Onder druk van de verslechterde omstandigheden staan die op scherp: de tractor is stuk, het circus komt op eigen kracht niet in beweging en de verwijten vliegen over en weer.

Alle bovenstaande observaties zijn zowel letterlijk als figuurlijk te lezen; ze slaan op deze voorstelling en ze slaan tegelijk op het hele veld dat krakend en wel door corona is stilgevallen. Let wel: je hoeft het allemaal niet zo te lezen als ik het hier doe. De voorstelling-die-niet-doorgaat is ook heel fijn om te kijken als vermakelijke theatrale rondleiding voor de hele familie. Applaus raakt èn vermaakt, en een ticket is geldig voor tot tien mensen uit hetzelfde huishouden.

Foto: Karin Jonkers