Beth & Flo vormen een muzikaal duo. Twee klassieke pianistes die samen en los van elkaar de sterren van de hemel spelen. Beiden studeerden af als klassieke pianistes aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Elsbet Remijn en Claudette Verhulst vonden elkaar daar in hun liefde voor klassieke muziek en hun missie die muziek bekender en populairder te maken onder een groter, ander publiek.

Hun debuutvoorstelling Niet wat je denkt schopte het in 2020 tot de finale van het Amsterdams Kleinkunstfestival en hun pleidooi voor klassieke muziek was aanstekelijk en verfrissend. In Ander Onderwerp, geregisseerd door Joost Spijkers, proberen ze opnieuw de klassieke muziek in een ander jasje te steken en maken ze zichzelf en hun onderlinge verschillen tot uitganspunt. Maar vooral het verschil tussen wat ze achter de vleugel en daarnaast laten zien is in deze voorstelling wel erg groot.

Bij aanvang van de voorstelling zitten Beth & Flo achter de vleugel, hun ruggen naar de zaal, hun haren gevlochten in één vlecht. Alsof ze een Siamese tweeling zijn, één lichaam met vier handen. Alles is goed, alles is kalm, de muziek is prachtig. Maar dan scheuren ze zich los van elkaar en blijken ze twee verschillende organismen. Beth, het altijd bijna manisch vrolijke blije ei, gooi er een kwartje in en ze gaat piano spelen, en Flo, de alleen wonende, tobberige, sombere helft van de twee. Dit verschil is zwaar aangezet en wordt uitgespeeld in scènes met underscores van klassieke stukken, en veel liedjes.

De liedjes, vertellingen over jaloezie, over bittere en zoute tranen, over groot en volwassen worden, over de wereld door een roze bril of een sombere blik beschouwen, zijn allemaal getoonzet op prachtige muziek van grote componisten. Chopin, Bach, Rachmaninov, Schubert, Piazzolla en nog veel meer komt voorbij. De muziek is goed gekozen en de uitvoering ervan staat als een huis, de dames zingen prima, maar de teksten worden nooit messcherp of meeslepend. Het blijft steeds de muziek die de hoofdrol speelt, die je raakt in het hart. Alles eromheen voelt er nogal met de haren bijgesleept. Gedoe met komkommers, heggenscharen, tandenpoetsen en publieksparticipatie, het levert weinig vette lachen op maar wel veel onbalans in deze voorstelling.

Beth vertelt het sprookje van de twee elfjes die niets liever doen dan samen spelen bij de waterval. Ze vertelt het zo rommelig en gehaast dat we ons best moeten doen later op in de voorstelling de clou te destilleren. Met veel rust, en goed uitgespeeld, had dit een heel mooi moment in de voorstelling kunnen zijn maar zowel de premièrestress als de acteerkwaliteiten van Beth lijken haar in de weg te zitten dit geraffineerd aan ons uit te serveren.

Samen op de piano is het allerfijnste wat er is, zegt Beth aan het begin van de voorstelling. Dat is ook zo voor ons, het publiek. Op de piano klopt alles, komt Beth tot rust, komt Flo tot rust, komen ze samen tot rust en wij met hen, worden we met zijn allen meegenomen. Als Flo speelt en Beth met haar rug tegen haar aanzit op de pianokruk gaat de storm liggen en halen we opgelucht adem. Je zou kunnen zeggen dat hun missie geslaagd is, wanneer ze aan het eind van de voorstelling na veel omzwervingen samen eindigen zoals ze begonnen: achter de vleugel, als één lichaam met vier handen, de hoofdrol voor de vleugel en de klassieke muziek.

Je zou ook kunnen zeggen dat hun vertelling over wie ze zelf zijn veel ruis en omwegen oplevert en afleidt van wat het allerbelangrijkste is: die mooie muziek, en de liefde daarvoor die ze verbindt. De worsteling tussen dit alles levert in ieder geval geen evenwichtige voorstelling op.

Foto: Jaap Reedijk