‘Ik luister’: dat zijn de laatste woorden van de voorstelling Alles is bedacht, geschreven en geregisseerd door actrice Ilke Paddenburg (31), die vanaf seizoen 1919-1920 toetreedt tot het vaste ensemble van Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Paddenburg groeide op in Noordwijk en was al jong verbonden aan de voorstellingen die Kunstklank maakt onder artistieke leiding van Herma van Piekeren. Ze verliet Noordwijk om aan de Arnhemse Toneelschool te gaan studeren. Nu is ze met haar eigen voorstelling teruggekeerd naar Noordwijk.

Paddenburg zet met Alles is bedacht hoog in. En zo ken ik haar ook van bijvoorbeeld een van haar mooiste rollen, die in Een soort Hades bij Theater Utrecht waarvoor ze de Colombina ontving. Hoge inzet, grote intensiteit, nu ook als tekstschrijver en regisseur. In Alles is bedacht lopen twee verhaallijnen parallel, zonder elkaar te raken. In Noordwijk en omliggende dropen heerst een fusiekoorts die de badplaats groter-dan-groot moeten maken. De wethouder heeft aan kunstenaar Jeroen (Michiel Nooter) opdracht gegeven een kunstwerk te maken dat ‘verbinding’ verbeeldt. Aanvankelijk biedt de kunstenaar twee schelpen aan die de samenwerkingsgedachte illustreren. Maar hij komt tot inzicht dat een groots, interactief en abstract kunstwerk beter zou zijn. Maar de wethouder roept uit: ‘Dit gaat niet werken.’

Naast dit concrete gegeven, waarin ambtenarij en kunst dramatisch botsen, ontvouwt zich het verhaal van zoon Daniel die tot wanhoop van zijn moeder zijn haar blauw heeft geverfd. Ook heeft hij zich gesplitst in een tweede Daniel, een dubbelganger. Dit alles leidt bij moeder Marisa van Eyle tot mooi gespeelde verwarring en ook boosheid: wat doet haar eigen zoon haar aan? De echte Daniel (Joep Paddenburg) verdedigt zich met een pleidooi dat elk leven eens eindig is, zelfs een jong leven, en dat hij het leven wil verlaten. Om de pijn te verzachten heeft hij een nieuwe zoon geregeld, gespeeld door Michael Muller. Op nauwelijks uitgesproken maar niet minder spannende manier schuilt er onder dit verlangen naar een nieuw leven ook een verlangen naar de dood: zee, waarvan wij in het open Bamboe Theater het ruisen kunnen horen, roept Daniel.

Op vaardige wijze en in hoog tempo wisselt de voorstelling van perspectief. Het is verbluffend knap van Paddenburg, zowel in de regie als in het script, dat de zoektocht van de moeder naar haar echte zoon zich weerspiegelt in het juiste kunstwerk als symbool van de eenheid van de Noordwijk. Zoals de twee schelpen dat verbeelden, zo zouden de twee jongens die eenheid moeten illustreren. Schitterend is de rol van Eva van Gessel als de wethouder die onophoudelijk aan het woord is, als in een weergaloos hyperactieve act, die persoonlijk leven en werkdruk in evenwicht probeert te houden. Onmisbaar voor de zeggingskracht van de voorstelling is de muziek van Reinier van Harten plus band en het optreden van een dans- en zanggroep, gekleed in het felrood. Vooral in de scènes waarin moeder en zoon de grote confrontatie aangaan over Daniels identiteit zorgt Van Hartens muzikale begeleiding voor fraaie suspense.

In Alles is bedacht gaat het om grote thema’s als de vrijheid van de kunstenaar versus de eisen van de opdrachtgever. Nooter is perfect in zijn rol als kunstenaar die zich onttrekt aan de gangbare, ambtelijke  normen. De verhaallijn over Daniel is boeiend en welbewust raadselachtig, misschien té raadselachtig, want er worden nogal wat aanzetten gegeven die niet verder worden uitgewerkt. En waarom Daniel zich in een identiteitscrisis bevindt, leidt tot gissingen. Is zijn moeder beklemmend zorgzaam? Worstelt hij met zijn seksuele geaardheid? Is hij op zijn dubbelganger verliefd als op zichzelf? Is Daniel een soort Narcissus? Zo blijven de realistische ambtelijke wereld uiteindelijk gescheiden van het associatieve en poëtische. Hoewel de voorstelling stevig wortelt in Noordwijk, Noordwijkerhout en De Zilk en bewoners veel zullen herkennen, overstijgt Alles is bedacht het lokale en weet Ilke Paddenburg en haar team tot een intrigerend geheel te komen. Als Van Eyle tot slot zegt ‘Ik luister’, dan begrijp je als toeschouwer dat dit luisteren is als het luisteren naar de branding, waar Daniel zoveel van houdt.

foto Monica Stuurop