Het plein aan de voet van de St Jan in ’s-Hertogenbosch is deze zomer niet de tiendaagse trekpleister waar je verzamelt voor de nazit, straattheateracts of een avontuurlijk half uur in het tentjestheater. Onder het motto ‘Nader de ander’ trekt Afzender Boulevard, het coronaproof programma waarmee Theaterfestival Boulevard de zomer van 2020 opluistert, deze zomermaanden de stad in om de band warm te houden.

‘We hebben verschillende groepen en organisaties in de stad benaderd’, vertelt publiekswerker Coralie den Adel. ‘Al jaren nodigen wij via dit netwerk mensen uit om naar ons te komen. Nu hebben wij deze partners gevraagd een van onze makers uit te nodigen, om samen vorm te geven aan Afzender Boulevard. Zo ontstaat een stevige driehoek tussen festival, makers en bezoekers, waarin alle drie even belangrijk zijn. Lijn 73 heet dit deel van ons programma, een verwijzing naar het kengetal van Den Bosch en de bussen die kriskras door de stad rijden.’

Veilige plek
Theatermaker Alexandra Broeder werd uitgenodigd door de Bossche instelling voor psychiatrische zorg Reinier van Arkel. Ze liep een aantal dagdelen mee met een groep jonge cliënten. Ze volgde hun gestructureerde dagritme en verbleef even in de prikkelarme ruimte waarin zij bij binnenkomst worden opgevangen. Met een hoofd vol vragen en verwondering bouwde ze daarna aan de rand van de stad, bij de ingang naar het Bossche Broek een veilige plek.

Je kunt daar even naar binnen om tot jezelf te komen, het is er wollig zacht en je bent alleen. Er wacht daar een brief op je, die je uitnodigt om na te denken over de plaats van zorg in de samenleving. Of daarbuiten. Wat heb jij nodig? Op welke plek voel jij je veilig? Is het beter om zorg af te zonderen, of kan zorg beter middenin de samenleving worden gegeven? In de warmte deel ik mijn gedachten met de briefschrijver.

Zacht nest
Met het inclusieve netwerk ‘Met Elkaar Bosschenaar’ nodigt Building Conversations mensen die werken in de zorg uit om in gesprek te gaan over de betekenis en invulling van zorg in deze tijd. To Care As Caress speelt zich af in een kring van houten bankjes, op een zacht vloerkleed. We beginnen met het gezamenlijk lezen van een kort verhaal, Signalen en symbolen van Nabokov, en dat bespreken we. Waar ligt de scheidslijn tussen sensitiviteit en een psychiatrische stoornis, blijkt voor onze groep de centrale vraag in dit verhaal over een ouderpaar dat hun in een inrichting opgenomen zoon wil bezoeken.

Ook met ons lichaam verkennen we de betekenissen en inzichten die het verhaal oplevert; waar staat de moeder, hoe zwaar weegt de ‘gekte’, hoe manifesteert de zorg zich? Het kleed wordt een landkaart van ons gesprek. We bouwen een zacht nest voor het breekbare verjaarscadeau dat de ouders zo zorgvuldig voor hun zieke zoon kozen.

Vele voeders
In haar eigen nest van hooibalen en kleurige poppen (door Bas Kosters) pakt Minou Bosua het veelomvattender aan: zij wilde met zoveel mogelijk mensen in gesprek over die zorg die we allemaal nodig hebben, die van onze ouders. Onder de titel De Voeders van Den Bosch zoekt ze draagvlak voor een breed, gedeeld ouderschap, een beetje volgens het Afrikaanse principe ‘It takes a village to raise a child’. Toen ik mijn oudste in 2001 voor het eerst naar de crèche bracht, hing het daar als motto al aan de muur, maar na bijna twintig jaar zijn we als samenleving nog niet veel opgeschoten, getuige de twee uur en drie kwartier die het Bosua heeft gekost om haar zoon aan te geven bij de burgerlijke stand van Den Bosch – want twee moeders, daarin voorziet het aangifteformulier nog altijd niet. Er zijn donorvaders, ouders die opvoeden in een woongroep, moeders met volwassen kinderen, stiefmoeders, zwangeren, zonen en dochters uit gezinnen van twee, vijf, of tien kinderen en de uitwisseling komt snel op stoom dankzij Bosua’s spontaniteit en haar bereidheid veel persoonlijks te delen.

Elkaars handen wassen
Om het af te sluiten stap ik in de bibliotheek af op Ank, vrijwilliger bij de installatie Washing Hands van Building Conversation. We nemen plaats op onze krukjes aan weerszijden van de glasplaat, en in stilte wassen we elkaars handen. Aandachtig schuimt ze de geurige zeep voor me op, spoelt en droogt ze mijn handen. Dan doe ik hetzelfde voor haar. Ik voel me schoon en verzorgd, niet alleen door koel water en zeep, maar omdat een stil verlangen is ingelost. Het is een plezier om deze Boulevard-editie mee te maken. Dat het festival als antwoord op de vraag wat er wèl mogelijk was niet koos voor online, maar voor actief en met elkaar, is een verademing voor het lichaam van de bezoeker. Uit je huis, de stad in, mee in de optocht, de handen van de ander in de jouwe. Hoe bijzonder is dat dit jaar geworden.

Foto: Washing Hands van Building Conversation