Waar liggen de grenzen van ons inlevingsvermogen? Verandert je notie van wat je eigen identiteit is, wanneer je als schrijver of acteur altijd volledig opgaat en samensmelt met de personages die je schrijft en speelt? Caro Derkx bevraagt de existentiële crisis van een scheppend kunstenaar in haar theatrale lezing A Portrait of the Artist in Red, Yellow and Blue.

Deze eerste productie van de vorig jaar afgestudeerde Caro Derkx bij Frascati Producties schiep op voorhand al hoge verwachtingen. Haar afstudeervoorstelling Me, Myself and Sir Roger Scruton werd lauwerend ontvangen en afgelopen juni bracht zij zelf een handgeschreven brief naar minister Ingrid van Engelshoven (OCW), waarin Derkx de minister vroeg om ook naar de behoeftes van de kunstenaars te kijken in haar beslissingen rondom de Basisinfrastructuur.

In A Portrait gaat Derkx wederom met een denker in dialoog, ditmaal de fictieve Franse schrijver Alex R. Curat. Waar ze in Me, Myself and Sir Roger Scruton onderzocht wat het conservatisme zo aantrekkelijk maakt voor een jonge generatie, gaat Derkx ditmaal op zoek naar hoe je eigen identiteit gevormd en gekleurd wordt. In de vorm van een lezing vertelt Derkx ons als de biograaf van Curat wat hem zo bijzonder maakt: hij kan enkel personages schrijven als hij zich volledig met hen identificeert, met hen samensmelt. Ondertussen gaat hij kapot aan een diepe, existentiële crisis over wie hij nu zelf daadwerkelijk is. Zijn omgeving is ondragelijk, wat hem doet besluiten te vertrekken uit Frankrijk, waarna Curat vervolgens concludeert dat niets hem ongelukkiger maakt dan reizen. Enkel in zijn personages kan hij rust en zichzelf vinden.

De parallel met een theatermaker die haar eigen solo’s speelt en schrijft is snel gemaakt en is een interessant concept om te onderzoeken. Derkx duikt in de wereld van de literatuur om nieuwe manieren te vinden om personages te creëren en zich met hen in te leven, net zoals Curat inspiratie put uit het unieke kleurgebruik binnen de schilderkunst. Het zijn allemaal verschillende perspectieven op de wereld, die stuk voor stuk hun eigen krachten en zwaktes hebben, maar elkaar in de kern uiteindelijk meer aanvullen dan afbreken.

Dit is bovendien ook in de titel van de voorstelling terug te zien: A Portrait of the Artist in Red, Yellow and Blue is een verwijzing naar de schilderijenreeks Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue van Barnett Newmann, wat weer een verwijzing is naar Edward Albees toneelstuk Who’s Afraid of Virigina Woolf?, die haar oorsprong weer vond in het kinderlied ‘Who’s afraid of the big, bad wolf?’.

Gedurende de lezing weet Derkx middels haar piekfijne spel voortdurend een zweem van ambiguïteit te creëren. Bestaat deze Curat nu wel of niet? Hij was in de leer bij Roland Barthes en zijn werk klinkt alsof het van hoge waarde was. Staat Derkx haar eigen gedachtegoed rondom cancel culture te declameren, of steekt ze er juist de draak mee? Volgens biograaf-Derkx is er niets mis met het wederom een witte, heteroseksuele cis man in de spotlight zetten, maar biograaf-Derkx noemt later vrijwel exclusief vrouwen als voorbeelden tegen wie ze opkeek, waarmee ze het belang van goede representatie wel lijkt te onderschrijven.

Deze twijfel houdt je als toeschouwer bij de les, wat ook nodig is. A Portrait is zeventig minuten aan vrijwel exclusief tekst, waarbij Derkx niet van haar plaats achter de katheder komt. De lezing is een sterke vormkeus die de ambiguïteit faciliteert, maar door er zo strak aan vast te houden begint de voorstelling tegen het einde toch als een lange zit te voelen. Deze gewaarwording wordt versterkt door de onthulling in het laatste deel, wanneer Derkx als Curat het woord neemt: de biograaf-Derkx is een fictieve creatie van Curat, die op zijn beurt weer een verzinsel is van theatermaker-Derkx.

Deze ouroboros aan scheppers is een interessant, metatheatraal gedachte-experiment over hoe klein het verschil tussen een mens en een personage eigenlijk is zodra je niet diegene zelf aan het woord laat, maar haalt tegelijkertijd ook de ambiguïteit uit de voorstelling. Alles is uiteindelijk bedacht door de non-fictieve Derkx: de specifieke verhouding tussen Curat en wie dan ook kan enkel in de fictie van deze voorstelling bestaan, in tegenstelling tot de relatie die anderen kunnen hebben tot Roger Scruton in haar vorige voorstelling.

A Portrait of the Artist in Red, Yellow and Blue is een voorstelling die meer tijd verdient om te bezinken dan een recensent doorgaans krijgt. Ondanks dat de onthulling op het eind ietwat als een ‘gotcha’ voelt, is Derkx’ eerste werk als afgestudeerde maker een intrigerende en fijnzinnig gespeelde monoloog rond de grenzen tussen realiteit en fictie. Het maakt enorm nieuwsgierig naar de volgende gedachte-experimenten van haar hand.

Foto: Bas de Brouwer