De mooiste en zeker ook de meest geruststellende opmerking van Dat kun je wel zien dat is hij, een nieuw boek met herinneringen van Herman van Veen, staat op de ongenummerde pagina aan het eind van de uitgave: ‘Wordt vervolgd.’ Nee, Van Veen is nog niet klaar.

Rationeel bekeken botst het met de geldende natuurwetten, maar we krijgen inmiddels sterk de indruk dat Herman van Veen (Utrecht, 1945) onverwoestbaar en zelfs onsterfelijk is. Als 75-plusser danst en springt, fladdert en musiceert hij nog steeds over de mondiale podia. En als hij aan het eind van zijn meer dan tachtigste boek ‘Wordt vervolgd’ schrijft, geloof je echt dat nog meerdere generaties van dit onbegrensde talent kunnen genieten. Van Veen beseft dat zijn situatie bijzonder is en schrijft het volledig op het conto van Het Geluk, zoals hij zingt in het lied Mazzel:

Loop zonder stok
Lees zonder bril
Eet wat ik wil
Slaap als een roos
En kan de speld nog horen vallen
Mazzel, mazzel, wat zou je zonder mazzel

Ouder worden gaat vanzelf
En ook vanzelf weer over
Je doet het voor het eerst
Er gaat een wereld voor je dicht
Mazzel, mazzel, wat zou je zonder mazzel

Diep in zijn hart weet ook Van Veen dat hij uiteindelijk de dans niet zal ontspringen. Maar dan wel graag op zijn eigen manier. Hij schrijft:

‘Lieverd, mocht ik ook door wat dan ook mijn verstand verliezen, doordat mijn hart met propjes schiet of ik niet verder kan dan mijn wandelstok lang, rol mij dan niet naar zo’n tehuis waarop geschilderd staat: CARPE DIEM of WE ZIJN ER BIJNA. Waar je als cactus verzorgd wordt en in kinderwoordjes toegesproken, gewassen als een pop. Wil je me dan een Johnny Walker schenken met een overdosis Klaas Vaak. Gun me dan een zachte dood, een levensdood, een lach me dood, een zonnedood, één op jouw gezondheid dood. Zul je me instoppen onder zachte aarde zonder graftakken of gladiolen? En strooi op mij viooltjes en wat bosjes prei.’

Naast de ruim tachtig boeken heeft Van Veen ook meer dan honderdtachtig cd’s op zijn naam staan en schilderde hij ook nog eens vijfhonderd doeken bij elkaar. Goed, Van Veen is niet vies van recyclen. In elke nieuwe show komen we klassiekers of een paar verborgen schatten uit het verleden tegen, en ook in dit boek is een aantal fragmenten overgenomen uit eerdere bundels, zoals Voor ik het vergeet, Herinnerde dagen en Bevrijdingskind. Maar er staat weer genoeg fris en verrassend materiaal in dit verjaardagscadeau. Want dat is het, een verjaardagscadeau. Voor hemzelf en voor het publiek. Voor de titel hoor je natuurlijk ‘Er is er een jarig, hoera, hoera.’

Het boek is geschreven tijdens de frustrerende corona-lockdown, waardoor zijn driekwarteeuw-tournee moest worden afgebroken. Bij de herneming was Van Veen de 75 gepasseerd. Het boek is inclusief een cd met liedjes uit die show.

In het boek met herinneringen slaat Van Veen steeds bruggetjes tussen een gebeurtenis uit zijn leven en zijn latere repertoire. ‘In alles wat ik schrijf, zing, zeg, schilder, zit onmiskenbaar een vleugje Utrecht.’ In het werk van Van Veen speelt de oorlog een belangrijke rol en dat is niet zo raar voor een kind dat in de lente van 1945 is geboren. ‘Vader en moeder kwamen op 14 juni 1944, om kwart over tien ’s avonds op mijn idee nadat ze in een kelder het bericht op Radio Oranje gehoord hadden dat geallieerde strijdkrachten op de kusten van Normandië geland waren.’

Niet alleen de conceptie, maar ook zijn geboorte formuleert Van Veen bijzonder: ‘Van die tijd dat ik mijn moeder kreeg, haar voor het eerst proefde, weet ik weinig.’ Ook zijn echtgenote wordt door Van Veen net iets anders aangeduid: ‘In het stadhuis pal naast De Dom, ben ik getrouwd met de oma van mijn kleinkinderen.’

Over zijn tamelijk onbekommerde jeugd in het naoorlogse Utrecht, zijn ouders en ooms en tantes hebben we in zijn shows al veel gehoord. In dit boek gaat hij nog wat gedetailleerder in op de familiegeschiedenis aan de hand van foto’s. Van Veen schrijft grappig, ontroerend, maar nooit oversentimenteel. Zo herinnert hij zich een straatfeest met jongleurs, goochelaars en de komieken Johnny en Rijk. ‘Ik lag in een deuk, vooral om de manier waarop Johnny Kraaijkamp zó  treurig naar de punten van zijn schoenen kon kijken. Werd er verdrietig van, maar tegelijkertijd moest ik ook lachen. Vond dat heel knap. Stel je voor dat je dat zou kunnen.’

Prachtige jaren vijftig-verhalen over school, voetbal, het gruwelijke herstellingsoord voor zieke kinderen op de Veluwe en de viool, die zijn leven veranderde. ‘Zo kon ik mij onderscheiden, de viool werd een machtig wapen. Een meisje zag mij niet staan, tot ik begon te spelen..’ De verhalen glijden vervolgens naar zijn echte of denkbeeldige ontmoetingen met mensen die hem een stevige duw in een bepaalde artistieke richting hebben gegeven, zoals Toon Hermans, zijn ‘tweelingbroer’ Ramses Shaffy, Edth Piaf, Barbara en natuurlijk Jacques Brel.

De lezer reist in het hoofd van Van Veen op een bijzonder aangename manier de wereld over naar podia in Berlijn, New York, Zuid Afrika en Parijs, om natuurlijk uiteindelijk toch weer uit te komen in Carré en zijn woonoord-kunstenaarscentrum op landgoed De Paltz bij Soest, waar jonge kunstenaars een kans krijgen. Een zalig boek met veertien liedjes als toetje. Goddank, het wordt vervolgd.

Herman van Veen. Dat kun je wel zien dat is hij. Herinneringen. Boek en cd is uitgegeven bij Universal Music Books. 310 + 1 blz, € 32,50.